Wat is er aan de hand met de wereld?

 

 

Zaterdagochtend stond ik in de rij voor de teststraat in Hilversum. Ik had een snotneus, dat heb je wel eens. Ook in tijden van corona.

 

 

Ik keek naar de verkeersregelaar die een glimlach op zijn gele mondkapje had getekend met viltstift. Daarna naar de maanmannetjes en maanvrouwtjes in de teststraat zelf die auto voor auto afwerkten. Een bril op, een mondkapje, nog een plastic scherm, een beschermende jas aan en bij elke klant nieuwe handschoenen. Ik kreeg voor het eerst te maken met het staafje dat mijn hersenen ging kietelen, dus ik had plakhandjes en schoof een beetje heen en weer in mijn stoel. Maar de vrouw die me hielp was rustig en kalm en aardig. Toen het erop zat zei ik tegen haar hoeveel bewondering ik voor ze heb. Ze glimlachte en vertelde dat ze het met liefde deed. ’s Avonds staken jongeren op Urk een teststraat in brand.

 

Als klein meisje kwam ik af en toe op Urk, via mijn vader, die daar vaak moest zijn voor het werk. In mijn herinnering was het daar altijd leuk. Zou kunnen dat dit kwam doordat we altijd onbeperkt sliptong gingen eten bij een restaurantje. En ik hou nogal van sliptong. Mijn vader die dan de vis van de graatjes haalde voor me en bij de laatste in de pan riep om een refill. Ik was ook altijd heel erg onder de indruk van die grote gouden oorbel in het oor van sommige mannen. Pas later hoorde ik dat dit is om een begrafenis te betalen, als een visser verdrinkt en gevonden wordt. Maar dit weekend spoot iemand een bijtende stof in het gezicht van een cameraman van de NOS.

 

Ondertussen stond op het Museumplein in Amsterdam 1500 man koffie te drinken, zoals ze het zelf noemden. Het schijnt dat Dave Roelvink er ook was, met de juiste papieren. Ik kan en wil hier niet eens iets van vinden. In Eindhoven plunderden mensen winkels. In de Schilderswijk in Den Haag sloeg een motoragent op de vlucht, omdat hij/zij ingesloten werd door een menigte. In Tilburg brandde een winkel uit, je weet wel: eentje die sowieso al dicht moest door de maatregelen. Maar Enschede sloeg alles. Het begon met zwaar vuurwerk, wat me deed denken aan de tijd van burgemeester Mans en de ramp. En het eindigde met het bekogelen van een ziekenhuis?

 

Wie zijn jullie? Wat doen jullie in het dagelijks leven? Wie zijn jullie vaders? Jullie moeders? Jullie broers en zussen? Moest je vroeger ouderen met ‘u’ aanspreken? Is het zo onverteerbaar om drie weken na negen uur ’s avonds binnen te blijven? En vooral: hoe werd je vanmorgen wakker? Ik kan gewoon niet geloven dat dit rustig was. Of voldaan. Dat je het gevoel hebt dat je echt iets bereikt hebt door stenen te gooien (!) naar artsen en verpleegkundigen daar in Twente. Die zoals Rutte zegt al maanden ‘het snot voor de ogen werken’ om mensen in leven te houden en beter te krijgen. Die dat voor ons doen.

 

Ik schaam me wel plaatsvervangend voor jullie. Net als heel veel mensen, dat weet ik zeker, dus dat hoeven jullie niet meer te doen. Maar ik hoop vooral dat jullie vanmorgen wakker werden met dat beginnende onverteerbare schuldgevoel in je onderbuik. Of hoop ik dan al op te veel?

Door: Adeline Mans

Afbeelding van Adeline Mans