Zuster Tinus deel 1

 

Laat ik beginnen met te zeggen dat wij mazzelkonten zijn. We hebben het best getroffen in het leven.

 

 

 

We kunnen allebei goed leren – weten en kunnen dus genoeg om een leuk inkomen te genereren – zijn al honderd jaar samen en zijn (voor zover ik weet) beiden nog nooit bedrogen door onze huidige partner. Ik was alle keren – hup – zwanger de maand nadat ik stopte met de pil, kreeg gezonde kinderen, woon nu met ze samen in een fijne omgeving, heb goed te eten, leuke hobby’s, veel vrienden en wij zijn allemaal ook bloedmooi.

 

Of, nou ja… Dat laatste is natuurlijk niet waar, maar dat klinkt zo leuk. Zo lekker Disney. En we zijn ook nog nooit getroffen door een ziekte waar niets meer aan te doen was, dus een beetje een sprookje is het toch wel. Wij zijn gewoon lucky bastards. Toch een beetje Disney dus.

 

Maar de afgelopen jaren… jongen, jongen. Ik ga het hier niet nog een keer opsommen, maar wie mijn columns een beetje heeft gevolgd, weet dat het mij en mijn gezin niet helemaal heeft meegezeten in de afgelopen tweeëneenhalf jaar. We kwamen daar echter wel steeds doorheen, omdat we elkáár hadden, en altijd het gevoel behielden dat het op een dag allemaal weer goed zou komen. Het enige waar ik dus nu nog naar snakte was naar een vakantie. Ik was al drie jaar niet op vakantie geweest, en heb me (buiten één keer drie dagen naar de Veluwe) eigenlijk ook amper buiten ons erf getoond. Ik keek dus enorm uit naar de week dat manlief en ik samen een weekje vrij zouden hebben. Een week waarin we eindelijk konden gaan uitrusten.

 

Ik wilde gaan uitrusten, wijntjes drinken, uitrusten, bijtanken, uitrusten, lekker eten, uitrusten, wandelen, uitrusten, slapen, uitrusten, op adem komen, uitrusten, verwerken, en vooral: uitrusten! O, en lezen natuurlijk! En had ik al gezegd dat ik wilde gaan uitrusten?

 

Maar dat was dus in zicht! Nog even wachten, en dan kon ik even ontsnappen aan die ellendige verbouwing hier die maar niet opschiet, en al het andere gedoe wilde ik ook graag even een plekje geven. Want vorige maand is ook mijn schoonvader onverwacht overleden. Het kan dus altijd tóch nog erger. En we hebben daardoor nu heel veel te regelen, en mijn schoonmoeder moet ook nog boven water gehouden worden, maar ja… that’s life.

 

En natuurlijk overlijden je ouders niet helemáál onverwacht als je de zestig al gepasseerd bent. Dat weet ik heus wel. En even terzijde: ik heb het hier over mijn man, hè, met dat boven de zestig zijn! Ikzelf nader die grens (die voor mij als een enorme hobbel voelt) ook met rasse schreden, maar ik heb hem nog niet – ik herhaal: NIET – bereikt! Ik ben nog dik (én) onder de zestig de komende tijd. Dat dat effe duidelijk is. Hahaha. Maar het verdriet over het verliezen van een (schoon)ouder is er natuurlijk niet minder om. Ook als dat op latere leeftijd gebeurt.

 

Ik was er hier dus al even een weekje tussenuit geweest met het schrijven van columns, omdat ik ontzettend veel te regelen had, en ik had net de draad weer opgepakt. Ik ging nog even een paar weken knallen met die laptop, en alvast wat vooruit schrijven, en dan…

 

VAKANTIE!!!

 

Vrij. Rust. Stilte. Ik keek er zó naar uit.

 

En toen ging de bel…

 

Maar daarover een volgende keer meer. We kunnen wel stellen dat het Disney-gehalte hier thuis nu echt nergens meer te bekennen is, maar we blijven tóch positief. Het komt vast weer allemaal goed en ik ga binnenkort weer proberen om af en toe een column te tikken.

 

En dan zal ik jullie helemaal bijpraten.

 

Dag, dag. Hopelijk tot snel weer.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke