Waarom ik in Londen bleef

 

Rachel: Twee dagen nadat ik in Nederland was afgestudeerd, vertrok ik naar Londen om een maand mee te lopen bij een kinderboekenuitgeverij. Mijn salaris was omgerekend zestig euro per week en ik sliep op een niet al te frisse bank bij een vriend van een vage kennis, maar ik weet het moment nog dat ik dacht: that’s it, ik blijf hier.

 

 

De toon werd eigenlijk al meteen gezet. De routebeschrijving van de mevrouw die ik een maandje zou gaan assisteren was simpel: linksaf uit underground-station South Kensington, doorlopen tot de stoplichten, en aan de overkant staat Michelin House. ‘You can’t miss it’, had ze gezegd. En inderdaad, toen ik bij de stoplichten aankwam en het gebouw aan de overkant zag, was ik verkocht. Ik vind het nog steeds een van de mooiste gebouwen van Londen. Aan het voormalige Britse hoofdkwartier en autobandendepot van de Michelin bandenfabriek is geen architect te pas gekomen; het werd in 1911 door een ingenieur in dienst van het bedrijf ontworpen. Hij maakte er een heel raar gebouw van, met art-nouveautegelpanelen met voorstellingen van autoraces, koepeltjes in de vorm van stapels autobanden en een enorm afbeelding van een Michelinmannetje (zeg maar Michelin-reus) in glas-in-lood. Verder had hij bedacht dat de hele façade moest worden betegeld en gooide hij er voor de volledigheid ook nog een flinke scheut art deco overheen, terwijl die stijl pas twintig jaar later echt doorbrak. Maar je hoort mij niet zeuren: het werkt.

 

Heel raar: het restaurant in Michelin House heeft geen Michelinster.

 

 

Behalve een hele fijne oesterbar is op de begane grond van Michelin House The Conran Shop gevestigd (onmiddellijk heen gaan als je in de buurt bent, want een hele toffe woonwinkel). Verder heb je op de eerste verdieping restaurant Bibendum wat mij betreft een van de mooiste restaurants in de stad (niet eens een Michelin-ster – raar). En op de twee bovenste verdiepingen zat toentertijd – we hebben het over eind jaren negentig – een uitgeverij waar ik een maandje ging meelopen. Ik geloof dat ik zelden gelukkiger ben geweest dan die vier weken dat ik in een klein kantoortje ingezonden manuscripten zat te lezen en afwijzingen schreef. Er zat die maand geen Harry Potter tussen.

 
Het moment dat ik bedacht dat ik toch echt langer dan een maand moest blijven kwam tegen het eind van mijn beoogde verblijf. Ik stond aan de overkant van Michelin House bij de stoplichten te wachten om over te kunnen steken, en bij de oesterbar stond een hele, hele stoere meneer met een motor. Zo’n koerier die pakketjes door de hele stad bezorgt; ongeschoren en woest aantrekkelijk, zeg maar. En op de zitting van zijn geparkeerde motor had hij een rijtje oesters neergelegd. En ik dacht: my goodness, hoe cool is dat… door Londen scheuren en als ochtendsnack even wat oesters wegwerken met je motor als tafel.

 
Later die dag vroegen ze bij de uitgeverij of ik wat langer wilde blijven en eventueel een vast contract wilde (het was eind jaren negentig…). Ik heb ja gezegd, en die maand in Londen is uiteindelijk dik zeven jaar geworden.

 

 

Rachel Lancashire is zo Nederlands als een broodje kroket. Haar belangrijkste talenten zijn: de kaart van de London Underground uit haar hoofd kennen, thee met melk drinken en stiekem verliefd zijn op Prince Harry.

Fotografie: Rachel Lancashire, sfeerbeeld Paul Raeside