Waarom je kippen moet gaan houden in je achtertuin
Onze lieve collega’s van FavorFlav hebben van eten hun vak gemaakt. Je moet bij deze lekkerbekken zijn voor de beste recepten, geinige weetjes en de laatste eettrends. Willen wij natuurlijk ook van op de hoogte zijn. Vandaag: Waarom je kippen moet gaan houden in je achtertuin.
De een bakt zich tijdens de corona-lockdown een slag in de rondte, de ander kiest voor wijn-yoga, en ik ben een mini-boerderij begonnen in de achtertuin. Ik voel me tenminste een echte hobby-boer als ik met een emmer voer de achtertuin in loop, om mijn nieuwe huisdieren te voeren: twee kippen.
Mijn nieuwe huisdieren hoef ik niet uit te laten, ze plakken geen haren aan mijn zwarte trui en ze zetten hun nagels niet in de nieuwe bank. In plaats daarvan wieden ze mijn achtertuin, ruimen ze alle slakken en spinnen op, maken ze korte metten met mijn keukenafval en zorgen ze binnenkort voor verse eitjes. Je raadt het al: sinds afgelopen weekend wonen er in een hokje in onze achtertuin twee kippen.
Geen pimple popper maar kippen kijken
Ik droomde al langer over kippen in de tuin. Het leek me zo knus, dat gescharrel en getok. Maar van ervaren kippenboeren hoorde ik ook hele andere verhalen: de hele tuin omgewoeld, bergen stinkende kippenmest en al die eieren die je na een tijdje je neus uitkomen. Toch kon ik het niet loslaten. Zoals andere mensen blij worden van filmpjes van dokter pimple popper of stiekem naar porno kijken, zat ik hele avonden te lezen over kippenrassen, kippenhokken en kippenvoer.
Tokken van de achterbank
En toen zag ik online een advertentie voorbij komen van iemand die een nieuw huis zocht voor haar twee krielkippen. Twee! En kriel! Dan hoefde dus niet de hele rijtjeshuis-achtertuin verbouwd te worden tot legstal en uitloop, maar bleef er naast een kippenhokje ook nog ruimte voor een bankje, voor de kruidentuin, de appelboom en de rest van de groene jungle. Een witte en een roze, twee rondscharrelende suikerspinnen in de achtertuin, het leek me perfect. In een verhuisdoos mochten ze mee naar huis, waar een kippenhokje voor ze klaar stond. Vanaf de achterbank hoorden we ze zachtjes tokken en hun nieuwe kippenhok vonden ze meteen de normaalste zaak van de wereld.
Lekker, risotto!
En nu scharrelen ze al een week door de tuin. Behalve het legvoer en de pikmix (zo heet het kippenvoer écht) krijgen ze elke dag iets lekkers uit de keuken, want kippen zijn gek op de restjes. Een stompje wortel, overgebleven bloemkool, een handje sla: het gaat er allemaal in een mum van tijd doorheen. Een beetje risotto met basilicum en mozzarella? Daar doken ze blij tokkelend op af. Rozijnen? Door het dolle. Gek genoeg schopten ze de gekookte aardappel het hok uit, en ook rucola interesseert ze niet.
Handel in advocaat
Die berg eieren, dat komt wel goed. Ik bak gewoon extra vaak Red Velvet cake, we maken omelet, mayonaise, pannenkoeken en af en toe brengen we een doosje naar de buren, of ik ga een illegale handel in advocaat opzetten. Het enige nadeel: gegrilde kip. Ik ben gek op zo’n hele sappige kip uit de oven, met citroen en rozemarijn erin, maar ik weet nu niet of ik het nog leuk vind om dat te maken. De eerste avond dat de kippen hier woonden, stonden er geroerbakte kippendijen met ketjap en broccoli op het menu, en dat durfde ik niet zo goed op Instagram te zetten: stel je voor dat kippenmevrouw het zou lezen! Aan de andere kant: de kippen zelf lusten alles, zelfs… kip, dus misschien moet ik mezelf er na een tijdje overheen zetten.