Waarom accepteren haar ouders Fleur niet gewoon zoals ze is?

tranentrekker

 

Bij de buren van Sonja is een baby’tje geboren. Een lief klein meisje waar de ouders heel blij mee zijn, maar toch er is iets vreemds aan de hand.

 

 

 

‘Er bungelt al een tijdje een gevlochten krans van klimop met roze sokjes en een speentje op de voordeur van de buren. Er hangt een kaartje aan met de woorden ‘welkom lieve Fleur’. Een paar weken geleden is mijn buurvouw bevallen en het was een komen en gaan van bezoek. Ik kan me nog herinneren dat ik dat na mijn eigen bevallingen wel heel gezellig vond, maar ook heel vermoeiend. Daarom heb ik eerst alleen maar een kaartje in de bus gegooid en ben ik pas na een paar dagen gaan kijken. Het is een prachtig kindje, met lange wimpers en een piepklein wipneusje.

 

Ze lag in een klein zwart wiegje in een heel modern ingericht kinderkamertje. Alleen maar beige kleuren en heel veel zwart en wit. Zo anders dan toen ik mijn kinderen kreeg. Er stond ook alleen maar houten speelgoed, want ‘die felgekleurde plastic rommel’ kwam er bij hen niet in, zei de buurvrouw lachend toen ik mijn cadeautje aan haar gaf. Gelukkig had ik een cadeaubon gekocht, dan kan ze zelf iets uitzoeken dat past in haar vlekkeloze interieur.

 

De kleine Fleur lag tevreden in haar slaapzakje te slapen met een zachtroze mutsje op haar hoofd. Aan kleine handjes zag ik witte stoffen handschoentjes. Toen ik verbaasd vroeg waarom ze die droeg zei de buurvrouw dat dat nodig was omdat Fleurtje zo aan haar gezichtje krabbelde. Ik zei verder niets maar ik vond het wel raar want haar huidje was puntgaaf en ik zag nergens een wondje.

 

Een paar dagen later kwam ik de buurvrouw buiten tegen toen ze voor het eerst met Fleurtje in de kinderwagen naar buiten ging. De baby lag lekker te slapen met haar handjes boven haar hoof en weer vielen me de kleine handschoentjes op. Blijkbaar was het krabben nog niet gestopt, schoot het door mijn hoofd.

 

Inmiddels is de kleine een paar weken oud en iedere keer als ik haar zie draagt ze die gekke handschoentjes. Ik kon het toch niet laten om er wat van te zeggen en toen ik vroeg waarom het kleine meisje nog steeds die handschoentjes droeg kreeg ik weer dat vage antwoord. Tot ik haar gisteren in de draagzak van haar moeder zag zitten met haar handje in het verband. Geschrokken vroeg ik wat er aan de hand was. Met tranen in haar ogen vertelde de buurvrouw dat de kleine was geopereerd. Pas toen ik vertelde dat mijn zusje ook op zo’n jonge leeftijd aan haar hazenlip was geopereerd en dat mijn ouders dat ook heel moeilijk vonden, vertelde de buurvrouw dat haar Fleurtje was geboren met zes vingertjes.

 

De hazenlip van mijn zusje is nooit weggestopt. Als iemand ernaar vroeg dan zei mijn moeder altijd gewoon wat er met mijn zusje aan de hand was, want ze had die hazenlip nu eenmaal. Hoe relaxter wij ermee omgingen, hoe beter het voor mijn zusje was. Ik vind het dus eigenlijk maar vreemd dat de buren het handje van hun dochter zo lang hebben verstopt, want het is toch zeker niet iets om je voor te schamen? Ze hebben een prachtige, gezonde dochter gekregen. Wat voor signaal geef je je kind mee als je dit doet? Waarom accepteren ze dit kleine meisje niet gewoon zoals ze is, of past dat niet in het perfecte plaatje van haar ouders?’