Wáár komen al die beesten vandaan?!

 

Gezoem? Dat is ook gek dat ik dat hier helemaal kan horen.

Het is een kalme zaterdagochtend. Ik rek me nog eens uit. Ik heb vandaag voor de verandering een keer geen plannen, dus lig ik nog lekker in bed. Half slaperig wordt mijn aandacht getrokken naar een vaag gezoem bij het raam aan de achterkant van de slaapkamer.

 

Gezoem? Dat is ook gek dat ik dat hier helemaal kan horen. Het raam is toch zeker op 5 meter afstand, dat moet dan toch een behoorlijk groot beest zijn. Met frisse tegenzin stap ik uit bed. Het zal toch niet zo zijn dat er een verlate wespenkoningin in mijn raamkozijn zit? Nee, besluit ik, dat kan haast niet deze tijd van het jaar.

 

Ik schuif mijn gordijn opzij en schrik me rot!

Het wemelt er van die dikke, zwarte bromvliegen. Maar het wordt nog gekker. Alle ramen zijn namelijk dicht! Waar komen al die beesten vandaan? In de gauwigheid tel ik er zo een stuk of 14. Gatverdamme.

 

Ik ben zeer beestlievend. Ook insecten zet ik met grote zorgvuldigheid buiten. Zo heb ik de afgelopen weken regelmatig een grote tor in mijn badkamer. Aanvankelijk was ik een beetje bang voor het beest, ik bedoel een tor van bijna 4 cm is écht huge, maar na verloop van tijd wen je daar ook wel weer aan. Gisteren heb ik er weer eentje buitengezet midden in de nacht. Zonder angst of paniek. Gewoon een ‘doei, het leven buiten is veel leuker voor jou’.

 

Maar nu met die 14 zoemers, gatver, waar moet ik beginnen?

Onhandig open ik het raam. Daar zijn die trage rakkers niet van onder de indruk. Ik probeer er een aantal naar buiten te zwiepen, maar ze zijn zo traag dat ik er met mijn handbeweging per ongeluk 2 uitsmeer op het raam. Yák!

 

Met het nodige schuldgevoel kom ik tot de conclusie dat er niets anders op zit dan ze oldskool dood te meppen. Ze willen niet weg, ze willen niet naar buiten, ze willen alleen maar vies zitten zoemen hier met z’n allen. Eén vlieg laat ik meestal gewoon vliegen, die eet een spin wel op, is mijn gedachte dan. Maar zó veel, dat is onhygiënisch. Dus ja, ik pak een vliegenmepper en werk de vliegen weg.

 

Nog geen 2 uur later hoor ik wéér gezoem als ik naar boven wandel.

Ditmaal blijft het niet bij het ene raam. Ze zitten op alle 7 ramen in de slaapkamer. En geen 14, nee, het zijn er minimaal 50. Oh my! Zo ranzig. Weer mep ik ze allemaal dood. Inmiddels heeft mijn schuldgevoel plaatsgemaakt voor walging. Weg met die beesten!

 

 

Het blijft een mysterie. En aangezien ik niet tegen mysteries kan, besluit ik het op te zoeken op Google. Na wat zoekwerk heb ik mijn antwoord. Dit zijn klustervliegen. Deze slome zoemers vliegen je huis binnen in de zomer en zoeken dan een plekje om te overwinteren. Tussen je muren, bij het dak… Elk gat of kier is in principe genoeg.

 

Ze leggen eitjes en die komen dan allemaal tegelijk uit. Het kunnen er honderden zijn.

Nou, lekker dan. De dagen erop ben ik elke dag bezig met vliegen omleggen. En dan… is het ineens afgelopen. Bah. Blij toe.

Door: Marianne ter Mors