Voorkruipers
Dit wordt geen gezellig stukje want ik erger me wezenloos. Aan de voorkruiper.
De voorkruiper is niet mijn favoriete persoon. De ik-piep-er-even-tussendoorder ook niet trouwens.
Vandaag gebeurde het me weer. Sta ik met nog tientallen auto’s netjes te wachten tot ik in kan voegen op de A9 naar Amsterdam, word ik door een auto voorbij gesjeesd die ‘m er zomaar plotseling aan het begin van de rij tussen propt. Dat scheelt hem zeker zeven minuten wachten. Tijd die ik ook liever aan iets anders had besteed. Maar ja, het is niet anders in de dagelijkse ochtendspits.
Ik behoor tot de categorie van op-je-beurt-wachters. In de rij bij het postkantoor, de trein en de bakker. Ik wacht tot ik een ons weeg en aan de beurt ben. Ik vind het dan ook echt bijzonder irritant dat er mensen zijn die blijkbaar vinden dat de regel van op je beurt wachten blijkbaar niet voor hen geldt.
Waarom zou je ook, denkt de ik-hoor-je-nieter. Die Oost-Indisch doof is en niet reageert als je vraagt of hij echt eerder aan de beurt was. En hoezooo wachten, vindt de ik-doe-net-of-ik-gek-benner, die met zijn karretje in een piepklein gaatje van de rij voor de kassa duwt.
Nou daarom! Tuurlijk laat ik je voorgaan als ik in de super sta met een kar boodschappen waar je niet meer overheen kunt kijken en jij graag even snel af wil rekenen omdat jij alleen twee broden hebt. En ik doe echt nooit moeilijk als jij haast hebt en er nog drie anderen voor je een pakje willen ophalen bij het postpunt. Maar vraag het effe. OK?
Mijn humeur zakt echt onder nul bij types die vinden dat ze zomaar met een stalen gezicht voor kunnen kruipen. Ik weet het, het is nogal zuur allemaal. Maar ik baal er gewoon van.
Zo, ik ben het kwijt….