Voor zijn moeder

 

Brigitte ontmoet voor het eerst haar schoonmoeder.  Ze is in de leeftijd dat ze af en toe dingen vergeet.

 

 

‘Ik moet wel een beetje om je lachen hoor’, zegt ze, terwijl ze me een hand geeft en naar me omhoog kijkt. En dan, terwijl ze een klein stapje achteruit doet om me beter op te kunnen nemen: ‘Je bent wel een béétje lang.’ Ik heb lentebloemen voor haar meegebracht en paarse sperziebonen. Toen ik ze kocht leken ze me nog zo origineel, deze bonen die tijdens het koken van paars naar donkergroen kleuren en zouden smaken zoals vroeger. Maar nu ik haar zo met dat zakje zie staan, vraag ik me af wat me bezielde. ‘Kent u die bonen?’ Ze zegt van niet en legt het zakje achter zich op het aanrecht neer. ‘Zou ze eigenlijk nog wel voor zichzelf koken?’, vraag ik me opeens af.

 

Hij heeft zijn moeder een paar weken geleden over me verteld. Ze is in de leeftijd dat ze af en toe dingen vergeet. Daarom heeft hij voor de zekerheid nog een keer gecheckt of ze me echt wel wil zien. 

 

Ze begint met haar vingerhoedjesverzameling en gaat dan via borduurwerkjes en een stapeltje luxe linnengoed naar wat fotoboeken. Haar hele leven, keurig opgeborgen en geordend in een paar kasten, haalt ze voor me tevoorschijn en doet ze voor me uit de doeken. De volgende dag belt ze haar zoon op. Ze moet zich verontschuldigen, zegt ze, omdat ze niet eens aan me heeft gevraagd wat mijn achternaam is. Hij moet mijn naam een keer voor haar herhalen, want ze heeft er nog nooit van gehoord.

 

Minder dan een half jaar later wordt ze ziek. Tijdens haar ziekbed zitten we vaak bij haar te luisteren naar haar verhalen over  vroeger. Over dat ze als kind een keer met haar moeder met de bus mee mocht en dat ze toen gingen wandelen op de Veluwe.

Hoewel alleen dat al een ongekend en uniek feest was, was ze daar, op een open plek tussen de bomen, opeens in een helder wit licht terechtgekomen. Het licht had haar stante pede vervuld met een hemels geluk en een intens vredig gevoel. Ze was deze dag nooit vergeten, zei ze. ‘Dat was de dag dat ik God voor de eerste keer heb ontmoet’, wist ze. Bij de geboorte van alle vier haar kinderen had ze een zelfde licht gezien. Het had haar het vertrouwen gegeven dat ze alle vier onder een goed gesternte zijn geboren. 

 

Nadat ze is overleden, zetten we haar foto op de kast. Elke keer als ik naar haar kijk valt het me op dat de gelijkenis met haar zoon zo treffend is. Of wil ik dat vooral graag zien? Omdat ze mijn hart wist te stelen op hetzelfde moment dat ik haar voor het eerst zag. Net als hij had gedaan. 

 

Elke ochtend als we beneden komen, branden we een kaarsje voor haar. Voor haar zielenrust, zeggen we tegen elkaar. En opdat ze nog heel lang in het helder witte licht mag blijven en eeuwig mag verkeren in een staat van hemels geluk.

 

Brigitte Bormans werkte jarenlang als culinair journalist en heeft twee kookboeken op haar naam staan. Sinds 2004 is ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Zonder schrijven kan ze niet. Franska zag wel iets in haar columns. Die gaan over haar leven, over vriendschappen, over liefde en over haar huwelijk dat gepland staat voor komende zomer. Brigitte heeft een stiefdochter, stiefzoon en dochter uit haar eerste huwelijk. Met haar verloofde heeft ze Jip: een plaatje van een Australian Sheppard.