Voor Trui hoeft oud en nieuw niet meer

 

‘Die dag heeft voorgoed een streep door de feestvreugde gehaald.’

 

 

‘Oud en nieuw zou na die dag nooit meer hetzelfde worden en alleen al het zien van vuurwerk op tv was voortaan genoeg om weer van streek te raken. We hadden onze jongens er zo lang mogelijk van afgehouden door simpelweg geen vuurwerk met ze te kopen. Maar toen de oudste achttien was konden we hem niet meer tegenhouden. Samen met zijn twee jongere broers had hij een bondje gesloten: al het geld dat ze verdiend of gespaard hadden ging in de gezamenlijke vuurwerkpot en hoewel ze ons gezworen hadden dat alles volstrekt legaal en veilig was, bleek dat achteraf toch net iets anders te liggen.

 

Op de dertigste in de namiddag, toen het al aardig donker begon te worden, riepen ze met de voordeur al in hun hand, dat ze even weg waren. Ik deed niet eens echt moeite om te vragen waar naartoe. Lekker even rust, dacht ik alleen maar. Even zonder de kinderen van een glaasje bubbels met de eerste zelfgebakken oliebol genieten, voordat ik aan het eten zou beginnen. Ik had de kurk net van de fles laten ploppen en de top 2000 op de radio al iets harder gezet, toen ik de knallen hoorde. Een roffelend aantal doffe, zieke knallen. ‘Het lijkt wel een bom,’ mompelde ik voor me uit. En zette daarna de radio nog een tandje harder omdat er een nummer van Elton John werd aangekondigd waar ik gek op was. Zingend tegen mijn eigen spiegelbeeld in het raam proostte ik op mezelf, op ons gezin, op het leven: een geluksmomentje!

 

Toen ik na dat nummer de radio weer wat zachter zette werd ik overvallen door het ijselijke gegil. Ik vergat zelfs een jas aan te trekken toen ik naar buiten snelde, de straat op. Het gegil kwam van verderop bij het plantsoen en toen ik ernaartoe rende wist ik het voordat ik het überhaupt kón weten. Ik herkende de gestaltes van onze jongens en wat ik in een flits gewaarwerd zei me genoeg. Ze bewogen niet, deden niets, stonden daar maar te staren naar het gekrijs dat door merg en been ging. Het gekrijs kwam van een meisje uit onze buurt. Iedereen kende deze schattige kleuter van drie jaar oud en iedereen was dol op haar. 

 

Haar moeder stond over haar heen gebogen en schreeuwde dat iemand 112 moest bellen. In mijn herinnering duurde het eeuwen voordat ik eindelijk de sirene van de ambulance hoorde. Toen het meisje op een brancard werd geschoven zag ik dat haar gezichtje was bedolven onder het bloed. Pas dagen later hoorden we dat ze zwaar verminkt was. Haar ene oogje was totaal weggevaagd, haar andere zwaar beschadigd. 

 

De illegale vuurwerkbom die onze jongens ‘voor de lol’ hadden aangeschaft was recht in haar gezichtje ontploft. Met dit meisje kwam het niet meer goed. Een week na oud en nieuw overleed ze alsnog aan haar verwondingen. Haar vader en moeder kregen levenslang op het moment dat hun kindje uit haar lijden werd verlost. Onze jongens waren na die dag op slag volwassen geworden. Van hun vrolijke en onbezorgde puberbestaan was helemaal niets meer over toen de politie hen kwam ophalen. 

 

Mijn man en ik zijn na een paar jaar achter onze jongens aan naar de stad verhuisd. In ons buurtje bleven we voor altijd de ouders van die jongens die de dood van een kindje op hun geweten hadden.

 

Voor ons wordt oud en nieuw, het leven, nooit meer hetzelfde. Maar voor iedereen die dit leest: laat ons verdriet een les zijn en wees alsjeblieft voorzichtig!’

 

Trui’s naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’. 

 

 

Door: Redactie Franska.nl

Afbeelding van Redactie Franska.nl