Voor jezelf opkomen

 

Ik sta op haar te wachten en dat wéét ze. Ik ben vandaag opnieuw haar chauffeur, omdat ze geen rijbewijs heeft, maar nu ook even niet met de trein kan.

 

 

 

Ze loopt slecht. Ik zou haar om 10.00 uur ophalen om met haar naar de fysiotherapeut te gaan en daar iets af te geven, en daarna haar boodschappen voor de komende week in te slaan. Even de zware dingen scoren en dan haalt ze de rest wel bij de plaatselijke bakker, slager en groenteman, zegt ze elke week. Maar in de praktijk belt ze vaak twee dagen later alweer om te vragen of ik daar ook nog even heen wil.

 

En kunnen we vandaag dan ook even naar de “grote” stad? Naar die ene schoenenwinkel? Want als ze een paar goede schoenen heeft dan kan ze misschien zelf wel weer de kleine boodschapjes doen!

 

En kunnen we dan ook even naar de boekwinkel? Ze wil zo graag de boekwinkels steunen en ze vindt online bestellen daarom ongepast.

 

En als we dan toch in de stad zijn, vind ik het dan erg om ook even te stoppen bij de kapper? Dan kan ze een afspraak maken voor volgende week.

 

‘Je kunt toch bellen met de kapper als je weer thuis bent?’, opper ik nog. Want ik heb nog heel veel te doen en wil niet zo lang van huis blijven. De laatste fase van een immense verbouwing is bij ons thuis ingegaan, en ik heb allemaal mensen thuis rondlopen waar ik graag koffie voor zet als ze even pauze willen nemen. Mensen met wie ik moet meedenken als de plannen weer worden aangepast, omdat ze ergens op stuiten uit het jaar kruik, of zo.

 

Er blijkt onder onze grasmat nog een oude boerderij te liggen en daar botsen we regelmatig met onze schepjes en vormpjes bovenop. Er lopen hier verschillende aan- en afvoerleidingen naar verschillende gebouwen, en daar moet men op gewezen worden bij het inzetten van (bijvoorbeeld) een graafmachine. Er moeten onnodige werkzaamheden worden voorkomen, authentieke details worden bewaard, plannen aangepast, (betere) ideeën besproken en budgetten bewaakt. Het is dus gewoon beter dat ik op locatie ben en ik knijp er nu alleen even tussenuit voor “belangrijke zaken”.

 

‘Schieten ze al op bij je?’, vraagt ze als ze me nog een kopje koffie inschenkt.

 

‘Eigenlijk niet,’ meld ik teleurgesteld. ‘Ik moet ze ook steeds achter de broek zitten. Niet allemaal natuurlijk, maar er lopen soms mensen rond die meer sigaretjes roken en op hun telefoon turen dan dat ze doorwerken. En die wil ik graag laten weten dat ik ze zie, nog voordat de rekening met gewerkte uren binnenkomt. Ik wil dus ook eigenlijk zo snel mogelijk weer naar huis, als je het niet erg vindt.’

 

Maar dat vindt ze wél erg. En dat begrijp ik ook wel. Maar ze kan natuurlijk ook een beetje rekening houden met mij! Dus op een gegeven moment roep ik toch maar: ‘Hup! Schoenen aan! Want ik wil echt vóór de lunch terug zijn bij de jongens.’

 

‘Ja, nog even mijn plantjes water geven, oké? En dan gaan we!’

 

‘Maar die plantjes kun je toch ook bewateren als je weer terug bent? Dan heb je nog iets te doen als ik weer wegga!’ opper ik nog. ‘Of zal ik ze anders even water geven, terwijl jij je schoenen aantrekt?’

 

Maar nee hoor. Het moet nú, en moet door haarzelf gedaan worden. En daarna wil ze nog even de kat binnenroepen, andere sokken aantrekken, haar portemonnee zoeken, een raam op zolder sluiten, de verwarming lager zetten en even plassen.

 

En wat zie ik als ze gaat plassen? Ze neemt haar telefoon mee!

 

Nou, ehhhhh… Ik dacht het niet, hè!! Dus zodra ze op toilet zit, open ik de meterkast en zet de aardlekschakelaar om.

 

‘Whoe!’ hoor ik, voor ik haar telefoon hoor vallen. Maar ze staat wel zo weer buiten en ik heb de kast alweer dicht voordat ze me ziet.

 

‘Nou, wat was dát nou?’, roep ik.

 

Slecht, hè?

 

Maar soms moet je ook voor jezelf opkomen.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke