Vijf bijzondere Italië-tips van Ciao tutti, speciaal voor jou losgepeuterd
Om te printen en te bewaren dus. Of leuker nog, om meteen gebruik van te maken, als je toevallig je vakantie in september gepland hebt
Een Italië-fan als ik stikt natuurlijk al van de leuke adresjes, maar Italië smaakt nou eenmaal altijd naar meer, daarom ben ik ook zo gek op Ciao tutti. Zonder Saskia Balmaekers, de vrouw achter Ciao tutti, was ik bijvoorbeeld nooit zo’n Padova-fan geworden. Even een berichtje en hatsekidee, ik wist meteen waar de lekkerste adresjes te vinden waren. Daarom dacht ik: laat ik haar eens vragen naar de vijf plekken in Italië waar ze het gelukkigst van wordt, dan kan ik weer even vooruit. En toen kreeg ik dit in m’n mailbox:
‘Dat is lastig kiezen als je zoveel tijd in alle uithoeken van de laars hebt doorgebracht. Eigenlijk vind ik bijna elke plaats in Italië de moeite waard, van drukke steden als Rome, Napels en Palermo tot burchtdorpjes in een verlaten heuvellandschap en eilandjes waar maar één keer per dag een boot komt.
De vijf Italiaanse plekken waar ik het allergelukkigst van word. Ook daar kan ik een waslijst aan plekken bij verzinnen, maar na heel veel schrappen zijn dit – van zuid naar noord – de plekken waar mijn hart altijd een salto van geluk maakt.’
Monopoli
Dit kleine havenplaatsje in de regio Puglia ligt net ten zuiden van Bari. Al meteen tijdens mijn eerste bezoek aan Monopoli was ik tot over mijn oren verliefd op de dobberende vissersbootjes in de haven, die door de zongekuste stenen in een gouden gloed leek te baden.
Uren bleef ik er zitten, die eerste keer, kijkend naar de vissers die hun netten aan het repareren waren, naar de keuvelende oudere mannen op de kade, de toeristen van wie de ogen gingen schitteren zodra ze onder het poortje doorkwamen en de haven in al zijn glorie zagen liggen.
Aan het einde van de middag kwam de verse vis binnen en liep het hele dorp uit om te kijken naar de kratten vis die aan land werden getild. Al gauw had ik het adres van een restaurant dat er met de beste vangst vandoor ging, om mijn eerste dag in Monopoli in stijl af te sluiten.
Na die eerste keer kwam ik er nog vaak terug, altijd weer betoverd door de aanblik van de bootjes in de haven, door de kleine straatjes waar me steeds nieuwe details opvallen en door de sfeer die altijd zo verwelkomend is.
Ik streek er zelfs een tijdje neer om mijn boek over Puglia te schrijven, waarbij de inspiratie na een wandeling richting haven altijd als vanzelf toestroomde. Pas tijdens een van mijn laatste bezoekjes nam ik er ook een duik in zee en weet ik dat ik voor altijd mijn hart heb verpand aan dit verrukkelijke vissersplaatsje.
Procida
Ik hou van de Italiaanse eilanden. De sfeer is er anders dan op het vasteland. Je bent er misschien enerzijds geïsoleerder, verder weg van alles, maar anderzijds ook vrijer. Je leeft er meer met de dag, zoals de eilandbewoners hun hele leven doen.
Tijdens mijn reizen door Italië mocht ik voet aan wal zetten op heel veel grote en kleine eilanden: op Sicilië en Sardinië natuurlijk, op Capri en Elba, maar ook op kleinere isole als Favignana, Salina, Ponza, Ischia en Procida. Dat laatste eiland zit diep in mijn hart. Al op de boot vanuit Napels, met de Vesuvius aan de horizon, sta ik te popelen om het Mariabeeld te zien dat alle passagiers in de haven van Procida verwelkomt.
Inmiddels ken ik bijna alle straten op het eiland (dat zijn er ook niet zo veel…), heb ik er vrienden gemaakt en weet ik precies waar ik met mijn notitieboek neer wil strijken voor een kopje koffie of een granita al limone.
Ik was er met stralende zon en stromende regen, met weerbarstige wind en een voorzichtig voorjaarszonnetje. Ooit wil ik er een jaar bivakkeren, om een boek te schrijven wellicht, en ook de eilandwinter meemaken. Tot die tijd vaar ik er liefst in het voor- en najaar heen, om de pastelkleurige huisjes van Marina Corricella in me op te nemen, neer te strijken op het strand uit de film Il Postino met een goed boek en aan te schuiven bij Fuego voor aardappelkroketjes met mortadella en pistachecrème en een pizza met citroen, met als gezelschap een paar bedelende katten, luidruchtige Napolitanen en de rustig kabbelende zee.
Chiostro del Bramante in Rome
Mijn liefde voor Italië begon in Rome. Daar zette ik voor het eerst voet op Italiaanse bodem, inmiddels bijna vijfentwintig jaar geleden. Ik kom er elk jaar nog minstens één keer en heb dan altijd een waslijst aan plekken die ik moet bezoeken: het Pantheon, Ristorante Broccoletti, Supplizio, de markt van Testaccio, het dak van het Vittoriano, de wijk Monti, de Schildpaddenfontein in het voormalige joodse getto…
Met stip op nummer één staat het Chiostro del Bramante. In de voormalige kloosterzalen worden vaak tentoonstellingen gehouden. Het hoogtepunt van het klooster bestaat voor mij echter niet uit de verzamelde kunst, maar uit het koffiebarretje dat zich op de eerste verdieping bevindt. Hier geen sissende espressoapparaten en druk pratende en gebarende Romeinen. Het is een haast verstilde plek, op een steenworp afstand van het geweld van de portretschilders, straatventers en levende standbeelden op het Piazza Navona.
Ik zie mezelf al zitten, aan een tafeltje in een van de nisjes, met uitzicht op de binnenplaats van het klooster, een vers gezette caffè voor mijn neus. Vaak denk ik daar met heimwee terug aan de kloostertuin in Florence waar ik tijdens mijn zomerstudie altijd mijn huiswerk maakte. Midden in de stad, maar zo rustig, zo sfeervol… Diezelfde rust heerst hier ook. In de koudere maanden kun je binnen zitten, in een van de fauteuils, met uitzicht op Rafaëls Sibillen in de naastgelegen Santa Maria Della Pace. Hier breng je zo een middag door, schrijvend, lezend, mijmerend, koffie drinkend… Was ik er al maar weer!
Giardino delle Rose in Florence
Die zomerstudie in Florence zorgde er niet alleen voor dat ik vloeiend Italiaans leerde spreken (weliswaar met een Toscaans accent), maar maakte Florence ook echt ‘mijn’ stad. Nog altijd ken ik er beter de weg dan in welke stad ook. Ik geniet nog elke keer van de aanblik van de Duomo of de David, maar wandel het liefst naar wat minder bekende plekken. Mijn lievelingsplek is de Giardino delle Rose, de rozentuin aan de voet van het Piazzale Michelangelo.
In deze tuin piepen de koepel van de kathedraal en de toren van het Palazzo Vecchio tussen de bloeiende rozen door. Hier en daar staan kunstwerken van de Belgische Jean-Michel Folon, die in de jaren vijftig naar Toscane trok. Hij ontwierp onder meer een slapende kat, een waterspuwende salamander en een man met hoed die elke dag opnieuw over de stad mag kijken en zo weg lijkt te kunnen vliegen, over de daken en koepels van Florence heen.
Mijn favorieten staan helemaal boven aan in de tuin. Je me souviens zit heerlijk op een bankje met een opengeslagen boek, zijn ene arm verwelkomend naar wie er maar aan wil schuiven.
De prachtige koffer waarin je de skyline van Florence prachtig kunt vangen, draagt de naam Partir – heel toepasselijk voor een koffer met een uitzicht dat je zo in zou willen pakken om mee naar huis te nemen. Uit dit werk blijkt eens te meer de grote liefde die Folon voor Florence had.
Chioggia
Venetië is een magische plek. Hoewel het er steeds drukker is, zijn er altijd wel rustige momenten te vinden (zo ga ik graag in januari) en ook in de zomermaanden zijn er stille straten en campi te vinden (in de wijk Castelle bijvoorbeeld). Onlangs was ik echter weer eens een dagje in Chioggia , dat net ten zuiden van Venetië ligt, en ik voelde mijn hart een sprongetje van geluk maken. Chioggia heeft namelijk veel van wat Venetië zo mooi maakt – water, bootjes, verse vis op tafel – maar dan zonder de drukte.
Ik dwaalde al om half acht door de hoofdstraat en bestelde een cappuccino bij een ouderwetse bar met een dame in schortjurk achter de bar. Haar man kwam net binnen met verse cornetti, ik betaalde nog geen twee euro voor een heerlijk ontbijtje. Zonder vooropgezet plan wandelde ik door de steegjes, langs het water, over bruggetjes en weer terug. Meer nog dan van Chioggia zelf is dat waar ik écht gelukkig van word: in m’n eentje door een dorp of stad struinen, zonder doel, met de fotocamera binnen handbereik, alle tijd voor een praatje, een proeverij, een kijkje in een atelier of winkel, een espresso aan de bar en een aperitivo op het terras. Als echte Waterman is dat gevoel van vrijheid tegelijkertijd een gevoel van intens geluk, dat versterkt wordt door het decor van Chioggia en het geluid van het kabbelende water dat hier net als in Venetië nooit ver weg is.
Lekker nog meer lezen en zo vanuit je luie stoel op vakantie gaan?
Je vindt álle plekken waar Saskia gelukkig van wordt op Ciao tutti en in de gratis Ciao tutti-app, waar je trouwens ook je eigen favoriete plekken kunt delen.
En… als jij nog leuke tips hebt, dan hoor ik ze natuurlijk ook heel graag. Heel veel dank vast en een fijne nieuwe week gewenst. En Saskia, heel veel dank, ik heb voorlopig weer wat nieuwe dingen te ontdekken in La bella Italia
Liefs van Franska