Verontwaardigde pubers zijn zó schattig!
Op dat moment hoor ik links van me een zéér verontwaardigde: “Nou zeg!”
Ik ga regelmatig met mijn neefje en nichtje op pad. Deze zomer waren we zelfs samen op vakantie. Omdat ik zelf geen kinderen heb, kan ik enorm genieten van hoe zij opgroeien. En groeien doen ze! Mijn neefje is inmiddels geen “neef-je” meer. Hij is een kop groter dan ik, heeft brede schouders en zijn stem wordt ook steeds lager.
Ik loop al maanden met het idee: ik wil een nieuwe zonnebril. Maar aangezien ik er al best veel heb gehad, wil ik er nu eentje die niet zo doorsnee is. En dat laatste blijkt nogal een ingewikkelde wens. Voor mijn gevoel lijken alle zonnebrillen op elkaar. Groot, vierkant en Gooisch. Nou is er niets mis met groot, vierkant en Gooisch, maar daar heb ik er al eentje van.
Ik zoek een uitbundige zonnebril, iets dat opvalt.
Dus schiet ik zo’n beetje elke brillenwinkel in die ik tegenkom. Ook op vakantie, samen met mijn neef en nicht. De verkoopster neemt me peinzend op. Alsof ze probeert in te schatten wat voor type ik ben. Succes daarmee, dat proberen mijn 365 persoonlijkheden en ik ook nog steeds uit te dokteren.
Ik wijs wat brillen aan en de dame laat me ze passen. Bij élke bril zegt ze in gebrekkig Engels “good model, good quality”. Ik hoef maar één blik op mijn publiek te werpen om te zien dat ook deze bril niet in de smaak valt. Gezien het 100 graden is buiten, heb ik een of andere flutterige Balinese jurk aan. Niet wat ik normaal gesproken draag.
Ook zit mijn haar in een knoedel, omdat een losse berg krullen echt veel te warm is nu. Ik vertel de verkoopster over mijn jurk, dat ik meestal wat anders aan heb. “Ja”, laat de verkoopster weten, “bij deze jurk kun je moeilijk iets combineren…”
Ik zie de linkerwenkbrauw van mijn neef even omhooggaan.
Ik negeer de niet zo heel aardige opmerking over mijn jurk en pas een volgende bril. “Good model, good quality”, papegaait de verkoopster opnieuw. Ik doe mijn haar los, omdat ik zo beter kan kijken hoe een bril staat. Ik schud wat met mijn krullen, maar die blijven nog een moment in “standje staart” staan.
“Bad hairday!”, zegt de verkoopster resoluut. Ik kijk haar verwonderd aan, sorry? Op dat moment hoor ik links van me een zéér verontwaardigde: “Nou zeg!” Dat wat ik denk, floept mijn neef eruit. Mijn nichtje schiet prompt in de lach. Mijn neef stamelt ietwat ongemakkelijk: “Ja uh, dat zeg je toch niet zomaar? Dat is toch niet aardig?”
Nu schiet ook ik in de lach.
De “nou zeg” van mijn neef kwam echt uit zijn ténen. En dat vind ik enorm schattig. Mijn neef is een zachte, relaxte beer. Vindt 9 van de 10 keer alles best, of het kan hem op een puberale “doe-maar-wat-manier” weinig schelen. Maar als je iets onaardigs zegt over zijn tante, oeiii dan kan hij onverwachts scherp zijn.
Een zonnebril koop ik niet, toch wandelen we met z’n drieën met een grote grijns de winkel uit.