Twee zoons binnen een jaar tijd

‘Paul en ik waren vier jaar samen toen hij op z’n knieën ging en me ten huwelijk vroeg. We droomden van een gezin maar wilden eerst trouwen. De dag na ons huwelijk gooide ik de pil in de prullenbak.’

 

‘Er komen in onze families geen vruchtbaarheidsproblemen voor dus ik zou vast zo zwanger zijn. Maanden verstreken, een jaar vloog voorbij. Op ons 1-jarig huwelijksjubileum was ik nog steeds niet zwanger. We gingen een medisch traject in. Ik bleek PCOS te hebben, een aandoening waarbij je een onregelmatige of helemaal geen eisprong hebt. Ik hield goede hoop. Een goede vriendin van mij heeft ook PCOS en met medicatie toch drie kinderen gekregen. Maar toen ik na weer een jaar proberen nog steeds niet zwanger was stapten we over op IUI. Ik moest mezelf injecteren met hormonen en had enorme stemmingswisselingen. Nee, ik voelde me totaal niet prettig. Twee keer had ik een positieve test in mijn handen, maar allebei de keren ging het mis. Meteen had ik zoiets van: ik stop ermee. Een kind krijgen moest iets leuks en moois zijn. Hoe graag ik ook zwanger wilde zijn, op deze manier hoefde het niet van mij.

 

Ondertussen had ik al een paar keer serieus over adoptie nagedacht. Paul en ik hadden het er weleens over. Hoe zou het zijn om een kindje te adopteren? Er zijn immers zoveel kinderen die wachten op een vader en moeder. Als bij ons het zwanger worden niet lukte, dan was adoptie eigenlijk een heel logische volgende stap. En zo kwam het dat we, na drie jaar geprobeerd te hebben via de natuurlijke weg een kindje te krijgen, overgingen tot adoptie. We meldden ons aan bij het adoptiebureau en kwamen op een wachtlijst te staan. We volgden een verplichte cursus en hadden gesprekken met de Raad voor de Kinderbescherming. Met vlag en wimpel slaagden we op papier als ouders en kon het wachten beginnen.

 

Niet lang daarna ging de telefoon. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Ik kwam net onder de douche vandaan en had Paul uitgezwaaid naar zijn werk. Er was een baby’tje voor ons. Een jongetje uit China. Over drie weken al konden we erheen om hem op te halen. In tranen belde ik Paul op dat hij rechtsomkeer moest maken. Ik haalde een rol beschuit en een pak met blauwe muisjes en die dag reden we langs onze familie om het grote nieuws te vertellen. Drie weken later stapten we in het vliegtuig. Op naar onze zoon. De reis naar het weeshuis leek wel een eeuwigheid te duren. Toen we aankwamen en de deuren opengingen stond daar een medewerker van het weeshuis met een huilend baby’tje in haar armen. Daar was ie: onze zoon. Ik was op slag verliefd en voelde me gelijk zijn moeder. Ze gaf het jongetje aan mij en ik suste hem in slaap. Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest als toen.

 

De eerste nacht in het hotel hebben Paul en ik geen oog dichtgedaan. Met tranen in onze ogen staarden we vol ongeloof de hele nacht naar dat kleine mannetje in dat grote hotelbed. Dit was ons kind. Onze zoon. Na een maand in China – we moesten nog wachten op wat papierwerk – vlogen we naar huis. Ik was die hele reis terug ontzettend misselijk. En wat was ik moe, zo vreselijk moe. Dat zou vast door alle indrukken en emoties komen. Op Schiphol stonden vrienden en familie ons op te wachten met spandoeken en ballonnen. Ongelofelijk lief. Allemaal konden ze niet wachten om hun kersverse kleinzoon en neefje te bewonderen. Het was hartverwarmend hoe liefdevol iedereen hem verwelkomde. Ondanks dat hij niet in mijn buik had gezeten, voelde dit jongetje gelijk als mijn zoon. Wij waren zijn familie. 

 

Omdat ik me thuis niet lekker bleef voelen schoot er na een paar dagen ‘s nachts door me heen dat ik misschien wel zwanger kon zijn! We gebruikten al een hele tijd geen anticonceptie, we hadden immers jaren geprobeerd een kind te krijgen. Zou het dan toch…? Ik rende de volgende dag gelijk naar de apotheek voor een zwangerschapstest. En ja hoor, twee duidelijke streepjes. Een half jaar later beviel ik van onze tweede zoon. Bizar en onwerkelijk, binnen een jaar tijd waren we een gezin van vier!

 

Paul en ik zijn ongelofelijk dankbaar en dolgelukkig met onze twee zoontjes. Ik had een paar jaar geleden nooit kunnen bedenken en durven hopen dat we nu twee kleine jongetjes zouden hebben rondlopen. Twee broertjes die zo dol zijn op elkaar en van wie we allebei evenveel houden. Vanzelfsprekend. Ik ben hun moeder. Ons gezin waar we al die jaren van hadden gedroomd is compleet. Och wat zijn we rijk, met z’n vieren.’