Tussen Kunst en Kitsch

 

Van de week zag ik iets terug uit ‘Tussen kunst en kitsch’. Ik smul van dat programma. Van de dingen die meevallen, van de onverwachte knallers, maar ook van de enorme tegenvallers.

 

 

Van de verhalen om de items heen, van de lessen die je ervan leert, en ook van de onzin die soms beweerd wordt.

 

Ik kijk graag naar de ingebrachte stukken, maar kijk nog meer naar de mensen die ze inbrengen. Naar de gezichten als de spanning oploopt. Als de uitleg veel te lang duurt, omdat ze alleen maar willen weten wat het object nou eigenlijk waard is. En naar de uitdrukkingen – zowel fysiek als in woorden – als dat dan tegenvalt.

 

‘Toch leuk om te weten’, roepen ze dan. Maar je ziet ze denken: gv-de-gv… daar heb ik dan drie uur voor in de rij gestaan!

 

Ik kan daar heel erg van genieten, en het doet me denken aan een vriendin die ook zoiets in huis had. Een enorme vaas waarvan ze dacht dat hij kapitalen waard was. Ze ging nogal spastisch met dat ding om, en hij stond op een heel onhandige plek in de huiskamer, zodat iedereen bij binnenkomst dat ding wel móest bewonderen, maar er alleen maar zijdelings naar mocht kijken, zeg maar. Omdat hij anders misschien wel stuk ging.

 

Echt iets voor mij dus. Ik loop altijd overal tegenaan, en stoot altijd alles om.

 

‘Zet dat ding alsjeblieft weg als ik op visite kom’, heb ik weleens gesmeekt. Maar daar was geen denken aan. Dat ding bleef staan, zodat wij ons allemaal bewust konden blijven van het feit dat zij iets bezat dat…

 

Ja, wát eigenlijk? Wat was dat ding dan waard, vroegen wij regelmatig. Welke waarde vertegenwoordigde dat gedrocht waarvoor ik uit pure wanhoop zo weinig mogelijk dronk als ik bij haar op verjaardagsbezoek was. Want dan hoefde ik niet zo vaak te plassen. Waarvoor ik ook de alcohol maar achterwege liet, want stel je toch eens voor dat ik dan zou wiebelen en dan tegen dat (in mijn ogen foeilelijke) geval zou aanstoten. Wat was dat koler..ding nou eigenlijk waard, vroegen wij vaak.

 

Maar dat wist ze niet, zei ze dan. Ze had hem geërfd van een tante, en die tante had haar verteld dat dat kitschding een vermogen waard was. Maar ze had hem nooit laten taxeren.

 

Misschien handig om dat dan toch eens te laten doen, vonden wij. Dat geval bepaalt inmiddels in verregaande mate ons gedrag en moet dus óf veiliggesteld worden – en dan dus niet meer midden in de huiskamer staan – óf hij is niks waard en dan zitten we hier nogal belachelijk te doen met zijn allen. En we hebben daar zó vaak over gemopperd en gezeurd dat ze er op een dag toch maar eens mee naar een antiquair wilde.

 

En nu weten we het dus! Dat ding is niks meer waard. En waarom? Omdat ze hem in een deken wikkelde, om hem voorzichtig in de auto te kunnen leggen, en toen met volle kracht tegen de deurpost aanliep. In de deken hoorde ze toen akelige geluiden, en daar bleek dat ding dus in duizend stukjes te zijn. Ze heeft hem met deken en al toen (huilend) weggegooid, en wij hebben haar daarna met vrienden, familie, buren, kennissen en collega’s een nieuwe vaas cadeau gedaan om haar te troosten. Het was tenslotte ons idee om dat walgelijke apparaat door die deur te tillen, en we hebben dan ook een vermogen neergeteld om haar weer blij te kunnen maken met een andere.

 

Maar wat denk je? Die heeft ze onlangs omgestoten met de stofzuiger! Helemaal aan gruzelementen, dat kreng. Nou jaaa, zeg.

 

Maar nu is het genoeg geweest, hoor. Nu gaan we volgende verjaardag lekker dansen in de huiskamer!

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke