‘Tjap tjoy’, zegt de man die naast me in de wachtkamer zit

 

Twee simpele woorden die even kansloos als misplaatst zijn.

 

 

 

Ik zit in de wachtkamer van Atalmedial om bloed te laten prikken en nog wat van zulk soort zaken – als je eenmaal in de medische molen zit, moet je blijkbaar heel wat loketten langs. Ondanks dat ik een afspraak heb is het druk want, aldus een langswervelende witte jas, ‘sorry, vraag me niet hoe het kan maar we hebben vandaag maar één prikker’. 

 

 

Hoort het bij een plek als deze dat er relatief veel mensen op leeftijd komen, vraag ik me af terwijl ik mijn omgeving vanuit mijn ooghoeken scan. Vergeleken met mijn mede-wachtkamergenoten vind ik het opeens reuze meevallen met mijn leeftijd. 

 

 

Totdat er een mevrouw binnenkomt waar ik naar schatting minstens twee generaties bovenuit steek. Ze is Aziatisch, klein van stuk, rank van postuur, prachtig gekleed en in het bezit van een jaloersmakende tas, zie ik, als haar telefoon gaat die ze eruit vist om die vervolgens met genoeg decibellen te beantwoorden – wat ik me kan voorstellen omdat er waarschijnlijk niemand op deze bankjes zit die de taal die ze spreekt machtig is.

 

 

Door de man naast me wordt er wat geschuifeld op de nep-leren bank totdat hij zich tot het echtpaar naast zich richt en onder nadrukkelijk schouderophalen luid en duidelijk de woorden ‘tjap tjoy’ uitspreekt. Twee simpele woorden die even kansloos als misplaatst zijn, maar genoeg om zijn buur-echtpaar een schamper lachje te ontlokken. Daarna wordt het weer stil. Niemand die iets zegt, niemand die lacht of zelfs maar gniffelt, niemand die opkijkt.

 

 

Als de mevrouw met haar telefoon wordt opgehaald door de enige prikker van die dag – ik denk ‘patiënt Ito’ te verstaan – stopt ze onder het opstaan haar telefoon weer terug in haar jaloersmakende tas. Voordat ze de prikker volgt naar de ruimte met de gordijnen en de stoelen blijft ze even staan om zich tot de tjaptjoyman te richten. In accentloos Nederlands en op hetzelfde volume als waarmee ze haar telefoongesprek voerde zegt ze:

 

 

‘Als ik het goed heb is tjap tjoy vooral een Chinees gerecht meneer. Ikzelf ben Japans.’

 

 

Tjaptjoyman valt stil, het echtpaar naast hem kijkt weg, alle andere mensen kijken op. Ik moet lachen. Ik ben de enige. 

 

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans