Tineke en willem op het terras
Eindelijk, ze mogen weer! Maar dat gaat niet helemaal van een leien dakje…
‘Je lijkt de kat wel.’
‘Hoezo?’
‘Die zit ook altijd vlak bij de deur te mauwen dat hij naar binnen wil.’
‘Ik zit niet vlak bij de deur. Ik zit mijlenver van de deur. Maar ik wil wel graag naar binnen, ja. En ik voel me inmiddels ook wel een verzopen kat. Mag het al?’
‘Nee, Willem. Nog niet. Je hebt net gehoord dat het binnen vol zit.’
‘Vol? Er staan nog veertien lege tafels?!!’
‘Willem, begin nou niet wéér, hè?! Daar kan die man ook niks aan doen. Zo zijn op dit moment nu eenmaal de regels.’
‘Maar het lekt via de parasol en mijn voorhoofd in mijn koffiekopje. Dat is toch niet leuk meer?! Mag ik anders tóch maar naar huis dan. Alsjeblieft, alsjeblieft???’
‘Nee, Willem, we blijven zitten! Had dan ook wijn genomen! Water bij de wijn maakt alles dragelijk. Het is gewoon een kwestie van instelling. En het wordt hoog tijd dat jij dat ook gaat leren.’
‘Ik voel me inderdaad rijp voor een instelling, ja. Water bij de koffie is vies. Moet dit nou?’
‘Nee, Willem. Het móet niet, maar het mág! En daar hebben we lang op gewacht, dus nu blijven we zitten ook!’
‘Grrr. Wacht maar tot je bitterballen komen. Kijken wat je doet als die straks gaan drijven!’
‘Oh joh, potje waterpolo is ook leuk. En over drijven gesproken… of moet ik zeggen: over óverdrijven gesproken… je appeltaart gaat er vandoor.’
‘Wat? Hè getsie, zie je nou! Hij drijft zowat van mijn schoteltje af. Smerig met al die verdunde slagroom. Mag ik nu alsjeblieft naar huis dan? Please?? Want ik hoef niet meer!’
‘Zucht… Hou nou toch eens op met dat negatieve gedoe, man. Zal ik anders een nieuw schoteltje voor je vragen? Eentje die nog droog is? Of hier: neem mijn servetje maar. Dan leg je die eronder. Zo, kijk! Dat neemt het meeste water wel op. Overal is een oplossing voor, hè. Je moet het alleen wel willen!’
‘Maar ik wil het niet meer!’
‘Luister Willem! Je hebt weken lopen piepen dat je niet op een terras mocht zitten. En nu het eindelijk weer mag, ga je moeilijk lopen doen??’
‘Ja, maar toen was het g.v.d. mooi weer! En toen werd het verboden. Verdacht!’
‘Nou, er was niets leuker dan op een terras zitten, en daar heb je me thuis twaalf hele lange weken over lopen doorzagen. En nu mág je weer, dus nu gá je ook! Lekker genieten. En dit neemt de regering je dus nooit meer af! Je zou een vaste plek hier reserveren, zei je nog. Heb je dat al geregeld?’
‘Nee, natuurlijk niet. Want nu gooit het wéér dus weer roet in het eten. Er is altijd wel iets of iemand tegen mij. Is het niet het lot, dan is het wel de regering. Is het niet de buurman, dan is het wel het klimaat. He-le-maal klaar ben ik ermee!’
‘Het is geen roet, het is maar regenwater! En je kunt altijd nog een petitie tegen slecht weer gaan starten als we straks weer thuis zijn. Ga je handtekeningen verzamelen in plaats van complottheorieën!’
‘Ik verzamel geen complottheorieën! Ik houd gewoon mijn ogen open. En dat zou jij ook moeten doen!’
‘Da’s lastig met dit weer, want dan loopt mijn mascara uit.’
‘Nou, zie je wel. En jij maar denken dat je milieuvriendelijk bent met die troep die niet waterproof is. Nou, écht niet. Je bent met die zwartdoorlopen ogen gewoon herkenbaar voor Bill Gates. Die ziet via zijn camera’s – die hier zogenaamd ter beveiliging hangen – wiens mascara doorloopt en bij wie het dat niet doet. En daar kan hij héél veel gegevens uit halen. Daarom willen ze tegenwoordig ook mannen aan de mascara hebben! Wist je niet, hè?’
‘Zucht… Zo is het hoor Willem.
…
Hé, Willem …’
‘Ja?’
‘Wist je trouwens dat Bill Gates ook bij jou naar binnen kan kijken via het inhaleren van je sigarettenrook?’
‘Wat?’
‘Ja! Écht! Misschien moet je daar dus maar mee gaan stoppen?!?’