Tineke had het niet eens door
Heb ik weer! Heb ik dus serieus Wereld Kus Dag gemist.
Op 6 juli schijnt het de dag van het kussen te zijn geweest, maar dat is dus volkomen aan mij voorbijgegaan. Best irritant eigenlijk, want ik moet me suf lezen aan kranten (voor mijn werk), maar zoiets leuks als dit glipt er dan weer tussendoor. Ik zit hier vaak kneiterdepressief te worden van alle lelijke berichten die ik moet aanklikken, en zoiets feestelijks als een kusdag ontsnapt dan aan mijn aandacht. Balen hoor.
Of toch niet? Want hoe zou ik zo’n bericht dan gelezen hebben? De dag van het kussen. Zou ik dan aan een lekkere zoenpartij hebben gedacht? Ik denk het niet. Het eerste wat er dan in mij op zou zijn gekomen was waarschijnlijk een hoofdkussen. En dat zegt dus veel meer over mijn vermoeidheid dan over mijn huidige interesse in een stevig potje tongzoenen.
Of een kussengevecht! Dat zou ook nog door mijn hoofd zijn geschoten, denk ik. En daarmee leggen we meteen weer de vinger op een andere zere plek, want “door mijn hoofd geschoten” en “-gevecht” … er komt duidelijk te veel ellende tot mij.
Dat moet dus anders, Tien! Maar hoe dan? Een kusje erop? Dat deed je moeder vroeger op een zere plek, toch? Maar zelfs daarmee moet je tegenwoordig uitkijken. We zijn tegenwoordig zo opgefokt dat iemand die in een speeltuin een kind een kusje geeft onmiddellijk scherp in de gaten wordt gehouden. Heel goed dat we onze kinderen beschermen natuurlijk, maar ook eng dat we zo snel opveren bij zoiets onschuldigs.
Een kusje is vandaag de dag helemaal niet zo onschuldig meer. Laat twee mensen elkaar kussen op straat, en er komen zevenduizend meningen en commentaren over naar buiten. En bij twee mensen die op dit moment nog dezelfde geslachtsaanduiding in hun paspoort hebben staan, komen er wel hónderdzevenduizend meningen opgeborreld!
Uhhh… zei ik nou opgeborreld? Borrelen mag ook niet meer, hè?! Maar daarover dan maar een andere keer. Ik wilde het nu graag houden bij kussen. Bij gewoon zoiets leuks als een lekkere vent voorbij zien komen en dan gaan kwijlen bij het idee dat je daar een partijtje mee zou kunnen tongz…
Oh, nee, kwijlen is ook levensgevaarlijk!! Ik zou er mijn aerosolen mee kunnen verspreiden in een slecht geventileerde ruimte. Niet doen dus, Tien! Niet kwijlen! Dus ook niet denken aan kussen met die of die, maar denk maar even terug aan je allereerste zoen ofzo. Gaat dat nog?
Ah jaa, die was schattig. Dat was op de lagere school.
En je allereerste tongzoen? Weet je dat nog?
O ja… gadver… die vond ik smerig. Die heeft mij daarna nog jaren tegengehouden om dat nog eens te proberen. Ik heb daar waarschijnlijk hele leuke kansen mee laten schieten (gaan we weer), dus als je nog moet beginnen met zoenen, lijkt me dit een heel goede tip: let op met wie je zoiets de allereerste keer gaat doen! Selecteer zorgvuldig, om de invloed ervan op je verdere leven in goede banen te leiden.
Eigenlijk is een kusje dus niet zomaar iets onschuldigs, hè? En toch drukten we er tot voor kort nog drie per persoon op de wang van elke bezoeker, kennis of collega. Raar eigenlijk. Terwijl je er op dit moment niet eens meer een naar iemand mag blazen, want je weet nooit wat je dan allemaal meeblaast. Ik ben dus heel benieuwd naar de stand van zaken op Wereld Kus Dag 2021! Hoe zouden we dan zoenen? En met wie? Alleen nog met een vaste partner? Of ook nog met anderen, maar dan met een mondkapje op?
Check! Ik zet dus Wereld Kus Dag voor volgend jaar alvast in mijn agenda. Kijken of er dan weer zó veel veranderd is dat ik erover moet schrijven, of dat ik gewoon die ene vent kan bespringen die nu nog van niks weet.
U hoort van mij! En voor nu: een heel dikke kus.