Tineke snuift graag wit poeder

 

Mag ik het even hebben over waspoeder?

 

 

 

En dan specifiek over dat ene merk met de naam van een zeemeermin, dat altijd alles schoon wast, mijn kleding fijn laat ruiken, en ook nog eens niet al te duur is. Ik hou daarvan!

 

Ik was al vroeg uitgestapt uit de waspod-discussie (van die kleine voorgevulde bundeltjes, met (in mijn ogen) wéér een extra laagje plastic dat in het milieu verdwijnt) ondanks dat ik het voordeel ervan wel begrijp. Dat je niet een veel te hoge dosering gebruikt (en dat dan elke wasbeurt weer) is natuurlijk fijn. Maar ik vind het ook prettig dat ik voor een piepklein handwasje nu nog een piepklein beetje wasmiddel kan gebruiken. Of voor een extreem vuile was juist weer een paar korrels éxtra kan toevoegen. Ik wil graag zelf bepalen hoe ik was, en ook met welke hoeveelheden, maar uiteraard met zo min mogelijk belasting van het milieu. En daarom vind ik los poeder dus fijner. En voor sommige delicate stukken schenk ik wat vloeibaar spul. Maar altijd in de hoeveelheden waar ik zelf voor kies, en dus graag zonder extra verpakkingslaagje.

 

En op een dag waren “mijn” pakken in de aanbieding en sloeg ik negen pakken in. Ik houd namelijk niet alleen van een schone was, maar ook van een volle portemonnee.

 

En wat bleek? In die aanbiedingspakken was de poeder geen poeder meer, maar een grote natte klont. Zeg maar één waspod, maar dan van 845 gram. Een hoeveelheid waar ik normaal dus een wasje of 14 mee verder kom, maar nu was het echt godsonmogelijk om nog iets uit de pakken te schudden. Ik moest dus eerst met een vork alles min of meer tot poedervorm terugprakken, en dat dan negen keer. En het lukte wel hoor, maar vraag niet hoe veel tijd dat kostte, en ook niet hoe irritant het was dat je de pakken daarna standaard op de verwarming moest laten staan om te blijven drogen.

 

Nou ja, kan gebeuren, dacht ik nog. Ik schatte na twee pakken in dat de hele pallet ergens in het water moest hebben gestaan, en ik heb me dapper door de negen wasbonken heen geprakt, geschud en geschept.

 

Toch was ik na 126 wasbeurten wel weer toe aan een pak met echt poeder. Poeder waarvan de geur je al tegemoetkomt als je het pak opent. En dat miste ik bij de natte pakken natuurlijk. Ik kon snuiven aan het witte poeder wat ik wilde, maar het werd met al die bonken nooit meer zoals het vroeger was. En dus kocht ik enthousiast weer een nieuwe lading poederpakken, en keek ik weer uit naar de wasdagen.

 

Maar helaas… Ook bij de pakken die niet in de aanbieding waren, was de inhoud een grote natte klont.

 

‘Ze doen het zelf!’ mopperde mijn buurvrouw die er ook onder leed. ‘Ze proberen ons te dwingen om over te stappen op die inwerpbonkies, die je vooraf in de trommel moet gooien en die ik dan steeds vergeet. Zodat zíj kunnen bepalen hoeveel we gebruiken, en hoe vaak we nieuwe moeten kopen. ’t Is net Facebook! Ze doen eerst of het allemaal leuk is, maar ze hebben je uiteindelijk volledig in hun macht.’

 

En nu vond ik dat laatste wat ver gaan, maar ik twijfel toch of ik ze zal aanschrijven. Of ik ze een zogeheten ‘poederbrief’ zal sturen.

 

Of ben ik dan een poederloeder? Zouden ze mij daar dan zien als poederzwamgast (gelijk de paddenstoel) en het allemaal maar gezeur vinden?

 

Of zouden ze juist blij zijn dat ik ze waarschuw voor iets wat hartstikke fout gaat in het productie- en/of distributieproces? Ik kan het niet goed inschatten.

 

Maar ik wil ook weer niet bekend staan als poederdoos, dus ik wacht toch nog maar even.

 

Maar als het zo blijft ga ik het ze echt inpoederen hoor!

 

Want ik ben niet van poedersuiker en kom op voor mijn belangen.

 

En ik wil dus wit poeder kunnen snuiven, wanneer ik dat wil. Punt!

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke