Tineke ziet het licht
Als Tineke door omstandigheden een weekje niet kan schrijven komt ze er achter dat er veel veranderd is
Vorige week was ik in verband met familieomstandigheden even uit de schrijfroulatie. Een dierbaar familielid is ons helaas ontvallen. En omdat het toen even onmogelijk was om nieuwe stukken te schrijven, vroeg de redactie mij of ik bezwaar had tegen wat herhalingen, wat ik uiteraard niet had. Ik sta achter alles wat ik schrijf, ook als dat later herhaald wordt. Het kan eens zijn dat de tijd wat inzichten heeft doen veranderen, maar wat ik toen schreef, en wat ook voor toen bedoeld was, daar sta ik ook in het licht van nu nog altijd achter.
En terwijl ik dus foto’s en muziek aan het uitzoeken was, herhaalde men hier en daar een stuk van mij uit de tijd dat mensen nog humor hadden. En dat schijnt helaas tegenwoordig flink te zijn veranderd. Het stuk kwam ook uit een tijd dat mensen eerst iets nog lazen, voordat ze zich er een mening over vormden. Dus als je toen over (bijvoorbeeld) één verkoopster uit één winkel schreef, dan wist men dat je daarmee niet álle verkoopster uit álle winkels bedoelde. Dat stond er ook helemaal niet, maar toch reageerden sommigen nu alsof dat er wel stond. Heel raar.
En waarom? Ja… Waarom eigenlijk? Normaal vind ik dat ongenuanceerde op internet ook al jammer en onnodig, maar nu kwam het ook allemaal iets meer binnen. Terwijl ik mij boog over woorden voor iemand die mij lief was maar niet meer bij ons mocht zijn, werden er op Facebook opmerkingen geplaatst die mij behoorlijk zorgen baarden. En dat allemaal in het openbaar.
Ehhh… ‘openbaar’, ‘dierbaar’, ‘zorgen baren’, ‘opbaren’; ik kom blijkbaar nogal moeilijk los van het woord ‘baren’ deze week. En in een tijd van woelige baren komen al die idiote beledigingen en scheldpartijen dan ook net even harder binnen dan ze anders al doen. Je bent gewoon wat kwetsbaarder na een sterfgeval, denk ik. Achteraf zal ik waarschijnlijk wel weer vinden dat de berg een muis gebaard heeft (dus dat waar zoveel ophef door ontstond weer op niets uitliep) maar dat er weer ‘íets’ gebaard was, was wel duidelijk.
Franska vroeg zich vorige week ook al af waarom mensen tegenwoordig zoveel opzien willen baren zonder eerst nog even na te denken. Waarom men in een tijd van oorlog niet automatisch wat meer empathie gaat vertonen in het openbaar. En normaal varen wij tegenwoordig gewoon over de baren die zich aandienen, want dat hoort nu eenmaal bij ons werk, vindt men. Maar vorige week lukte mij dat dus even helemáál niet. Vorige week wist ik zeker dat ik zou gaan stoppen met schrijven, en dan eerst nog even rucksichtslos los wilde gaan op een paar van die ongenuanceerde puntje-puntje-puntjes.
Maar goed… nu ben ik er weer en probeer ik maar weer gewoon de draad op te pakken. Ik moet mezelf weer even aanleren om schijt te hebben aan dat soort mensen, maar voor nu wil ik dan toch één keer kwijt wat een enorme losers ik dat soort figuren vind. Zo! Hierna zal ik weer netjes en beleefd blijven, maar godsamme mensen: gebruik je hersens eens voordat je iets op internet kwakt. Zeker als je dat niet eens gevraagd wordt, of je ervoor betaalt krijgt. En dan zul je zien wat een openbaring het je oplevert als je eerst eens nadenkt. Voor je het weet vinden mensen je dan namelijk aardig, en dat kan heel leuk zijn. Probeer maar eens!
Want weet je: in Oekraïne wonen (bijvoorbeeld) is veel erger dan jouw leed op het moment dat je een oorlog probeert uit te lokken op internet. En krijg je dus toch weer rare neigingen, denk dan even aan het laatste boek van het Nieuwe Testament. De Openbaring heet dat toevallig ook nog, zo heb ik pas geleerd. Weer iets met ‘baar’ of ‘baring’ dus.
De Openbaring gaat over het Goede dat blijkbaar altijd wint van het Kwade. En daar hou ik me in deze barre tijden dus maar aan vast, terwijl ik vrolijk verder schrijf voor het mij zeer dierbare magazine Franska.nl. Én voor onze dierbare lezers.