Tineke en de ‘borstenbus’

 

Ja, mensen, ook ík ging – net als al die andere vrouwen – even snel tussendoor naar de ‘borstenbus’, en verwachtte dat ik tien dagen later een brief zou krijgen dat alles goed was.

 

Ja, mensen, ook ík ging – net als al die andere vrouwen – even snel tussendoor naar de ‘borstenbus’, en verwachtte dat ik tien dagen later een brief zou krijgen dat alles goed was. 

 

Maar het liep dus effe anders. 

 

Ik werd na een paar dagen gebeld door de huisarts met de mededeling dat ze afwijkingen hadden gevonden. Ik viel in BI-RADS 4. Maar wat dat betekende? Geen idee! En de huisarts ging alles regelen. 

 

Een uur later belde ze weer. Nu met afspraakgegevens in het ziekenhuis, en een code om bij zorgdomein.nl te kunnen inloggen in mijn dossier. In de tussentijd had ik wel al uitgevonden dat er 5 categorieën BI-RADS (Breast Imaging Reporting and Data System) waren, en dat 5 pas écht vervelend was. Ik maakte met mijn 4 nog steeds een klein kansje op vals alarm! Pfff… 

 

Maar drie dagen later zat ik toch in de wachtkamer van de afdeling oncologie. De echo had ook al geen geruststelling gebracht, en daarna waren er drie biopten afgenomen. Ik wilde toen eigenlijk, in pure paniek, het ziekenhuis weer gillend verlaten, maar ik ben toch maar gebleven. Ik heb niet gevloekt bij de verdovingsprik in mijn borst, ik heb bij het maken van het sneetje niet gehuild, en aan de schietpartij die daarna volgde (in mijn borst) heb ik geen trauma overgehouden. 

 

Het is allemaal te doen, meisjes (en soms ook jongens). Echt!

 

Ik heb wel een trauma overgehouden aan het feit dat er met chirurgisch staal een markering is gezet op de plek des onheils. Er is zomaar iets in mijn lijf geplaatst, zonder dat ik daarvoor toestemming heb gegeven. En dat vind ik een naar idee. Dit zou handig zijn voor eventuele verdere ingrepen en behandelingen, maar ik had het toch fijn gevonden als me dat wat duidelijker was verteld, voordat het erin gejast werd. 

 

En daarna moet je dan weer twee dagen wachten op de uitslagen van de stukjes weefsel die op kweek zijn gezet. Maar omdat daar een weekend tussen zat, werden het er dus vier! 

 

Vier hééél lange dagen… 

 

Ik kan op zaterdag en zondag van alles kopen waar ik kanker van kan krijgen, maar zorg bevindt zich helaas nog deels buiten de 24-uurseconomie. Raar eigenlijk. En ik had wel een contactpersoon oncologie toegewezen gekregen, die er altijd voor me zou zijn, maar ik wist natuurlijk heus wel dat ik haar dáár niet voor kon bellen.  

 

Maandag was het gelukkig zover! Ik mocht in een andere stad naar de arts komen, omdat ik anders nóg langer zou moeten wachten. Prima geregeld dus!

 

Wachten in een bomvolle wachtkamer, de uitloop van artsen zien oplopen op een scherm, maar je tóch moeten beheersen. Zwaar. 

 

Maar ach… we zaten hier allemaal in hetzelfde schuitje. En zolang het mijne nog niet zinkend was, had ik niks te zeuren, vond ik.   

 

En toen was ik aan de beurt! Ik mocht naar binnen en zou naar buiten komen als kankerpatiënt, of als opgelucht mens. En het werd – de hemel zij dank – het laatste. Alle biopten bleken goedaardig, en ik voelde me een enorme bofkont. 

 

Maar ik wist toch niet goed hoe ik daarna de afdeling weer moest verlaten. Mag je blij zijn als je dan zo’n kamer uitkomt? Doe je anderen daar geen pijn mee? Toch moeten ze door de zucht die ik slaakte gemerkt hebben hoe ik ervoor stond. 

 

Dat ik daarna wéér een nachtje geduld moest hebben, vond ik toen niet zo erg meer. Mijn ‘geval’ zou ook nog in het artsenteam worden besproken, en de volgende dag werd ik door mijn lieve contactpersoon weer gebeld dat ik vrijgelaten zou worden. 

 

Ik ben dus ontslagen in mijn proeftijd als kankerpatiënt, en hoef ook geen tussentijdse controles meer te ondergaan. Ik word over twee jaar weer gewoon opgeroepen voor het bevolkingsonderzoek, al zal ik dat hierna waarschijnlijk nooit meer “even” tussendoor kunnen doen. 

 

Maar dat geeft niks. Dankbaarheid is toch het enige waarmee ik deze afgelopen week (achteraf) kan beschrijven. En ik denk aan al die vrouwen die dat nu (nog) niet zo voelen. 

 

Ook wil ik de vrouwen die nog in de BI-RADS-periode zitten hier een hart onder de riem steken. Alles wat de eerste dagen op je af gaat komen valt mee, en de uitslag kan dus nog steeds goed zijn. Laat je nog niet gek maken! 

 

En laten we samen klaarstaan voor de vele vrouwen (en mannen) die pas weer gezond zijn na een aantal heftige weken, maanden, of zelfs jaren, en ons hart openstellen voor hen die het nog slechter treffen. 

 

Stay strong ladies! Ik denk nu met nog meer warmte aan jullie allemaal!  

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke