Een beroerte heeft Thea’s echtgenoot veranderd in een agressieve vent
‘Ik ben zijn mantelzorger, regel en doe letterlijk alles voor hem. Toch krijg ik om de haverklap de wind van voren.’
‘Mijn man was altijd mijn lot uit de loterij. Zachtaardig, empathisch, zorgzaam, harde werker. Het type dat altijd voor iedereen klaarstond, overal altijd raad mee wist, altijd opgewekt, een in en in goede vader en de liefste opa van de wereld. Maar zeven jaar geleden sloeg het noodlot toe en kreeg hij een zware CVA waardoor hij van de ene op de andere dag ook in WIA belandde. Die beroerte veranderde alles – niet in de laatste plaats zijn karakter. Van mijn lot uit de loterij is geen spoor meer te bekennen. De man waarmee ik nu woon – tegenwoordig in een klein appartement ook nog met bitter weinig ruimte voor mezelf – is agressief en ongeduldig, heeft een heel kort lontje, zoekt constant het conflict. Ik ben zijn mantelzorger, regel en doe letterlijk alles voor hem. Toch krijg ik de wind van voren als hij me iets vraagt en ik niet snel genoeg reageer of hem niet begrijp. Dat laatste komt geregeld voor omdat hij ook afasie heeft, wat wil zeggen dat hij veel moeilijker dan eerst uit zijn woorden kan komen.
Gezelligheid is ver te zoeken bij ons in huis, aanloop hebben we maar weinig meer en samen iets ondernemen zit er ook niet echt meer in. Geen seks, geen liefde, geen warmte of geborgenheid en zelfs geen knuffel of kus. En mocht ik zelf de eerste stap zetten en toenadering zoeken, dan kapt hij dat resoluut af. Mijn leven is verworden tot zorgen en op mijn tenen lopen en na zeven jaar is de rek eruit en kan ik niet meer.
Afgelopen zomer hadden we werklui over de vloer en daar was een man bij die ik op slag leuk vond. Sterker: ik was eigenlijk op slag verliefd op hem. Ik ben nog jong (net vijftig) en heb net als vroeger nog steeds mijn behoeftes en verlangens. De werkman in kwestie had geen idee van mijn gevoelens en zal dat ook nooit krijgen. Inmiddels weet hij waarschijnlijk niet eens meer dat ik besta. Toch is hij voortdurend in mijn gedachten en dromen en kan ik als een tiener fantaseren hoe het zou zijn met hem samen.
Omdat ik echt geen uitweg meer zag heb ik een gesprek met mijn huisarts gehad. Die raadde me aan om te gaan scheiden of in ieder geval apart te gaan wonen. In dat geval kan ik nog steeds voor mijn man zorgen maar heb ik tenminste ook tijd en ruimte voor mezelf. Op zich een goed idee en tegelijkertijd beangstigend. Eén ding staat vast en dat is dat ik op deze manier geen jaren meer door kan gaan. Daarvoor snak ik er te zeer naar om eindelijk weer eens gelukkig te zijn.’
Thea’s naam is vanwege privacy gefingeerd.
Haar echte naam is bekend bij de redactie.