De weegschaal van een ander

Pims badkamer is ruim, voor Amsterdamse begrippen. Met een ligbad!

 

Nu we met vier mensen op minder dan vijftig vierkante meter zitten, is dit een welkome extra kamer. Als het even kan blijf ik wel een uur in bad, tot mijn vingers rimpelen.

 

De badkamer heeft twee nadelen: er zit geen slot op, en er staat een weegschaal in.

 

Ik heb me al minstens vijf jaar niet gewogen. Er was een tijd dat ik elke dag op de weegschaal stond, en dat heeft me geen goed gedaan. Obsessief werd ik ervan. Mijn zelfwaarde en levensgeluk hingen af van waar het wijzertje stopte. Toen ik mijn leven radicaal omgooide en ging reizen, nam ik me voor om nooit in de buurt te komen van zo’n onding.

 

Ik ben blij met mijn lichaam. Het is sterk en gezond. Het draagt mij door de wereld – wat zal ik gaan zitten kniezen om een grammetje meer of minder?

 

Maar nu begint mijn lichaam me in de steek te laten. Ik ben minder sterk en gezond. Ik heb pijntjes en kwaaltjes en kan me niet herinneren wanneer ik mezelf voor het laatst helemaal naakt in de spiegel heb durven bekijken.

 

De deur gaat plotseling open. Het is Tom. Hij knippert even met zijn ogen als hij me ziet, en loopt dan doodleuk door naar de wc voor een plas. Ik doe net of het heel normaal is. Voor je het weet bezorg je zo’n kind een trauma met je preutsheid. Vergeefs probeer ik mezelf een beetje te bedekken met het karige badschuim.

 

Tom spoelt door, kijkt nog even goed naar me en verlaat dan de badkamer.

 

Onzekerheid overvalt me. Wat heeft hij gezien? Een blote vrouw waaraan alles groot is, veel groter dan zijn ranke moedertje. Nou en? roep ik mezelf toe. Laat hem maar zien dat niet iedereen hetzelfde is. Hartstikke gezond voor zo’n kind!

 

De deur gaat weer open. Dit keer is Kim mee. Tom knikt in mijn richting en zegt tegen zijn zus: ‘Zie je wel?’

 

‘Hmja,’ zegt Kim.

 

En ze verdwijnen weer.

 

Wat is dit?! Kan een mens niet eens meer relaxed in bad liggen zonder gekeurd te worden? En wat betekende dat: ‘Hmja’?

 

Ik weet het: er zijn dingen aan het veranderen. Een vrouw in de overgang kan makkelijk kilo’s aankomen zonder dat ze het zelf doorheeft. Moet ik me dan toch maar eens wegen? Zodat ik tenminste weet waar ik aan toe ben?

 

Ik droog me zo grondig mogelijk af, want water weegt ook wat. En vraag me ondertussen af: bij welk cijfertje voel ik me nog tevreden? Welk gewicht vind ik acceptabel? Boven welk getal moet ik actie ondernemen?

 

Ik besluit dat mijn dag niet helemaal verpest is als de naald blijft hangen rond de 75. Als het boven de 80 is, moet ik er wat aan willen doen. De tranen springen me in de ogen. Ik dacht dat ik hier al twintig jaar vanaf was. Begint het allemaal weer opnieuw?

 

Ik laat de handdoek vallen en stap op de schaal. Dan gaat achter me de deur open. Wie nu weer?!

 

Het is Pim.

 

‘Hee hallo! Een blote vrouw in mijn badkamer,’ zegt hij zogenaamd verbaasd. Hij komt achter me staan en knijpt liefkozend in mijn bil.

 

‘Niet afvallen hoor,’ zegt hij, ‘daar heb ik zo’n hekel aan, aan vrouwen die altijd maar willen afvallen.’

 

‘Oké,’ zeg ik en stap van de weegschaal. ‘Als jij een slot op die deur zet.’

 

‘Deal.’ We zoenen erop.

 

Ik heb niet gezien waar de wijzer precies stopte. Maar het is goed zo.

 

 

 

Door: Stella Laagland