Stella’s Coronadagboek
Je vier pijlers: huis, werk, gezondheid en relaties. Welk cijfer geef jij elk van deze gebieden in je leven?
1. HUIS
Heb ik niet. Mijn laatste vaste adres was met Federico in Barcelona. Ik heb het nooit erg gevonden, een zwervend bestaan. Ik heb een postbus in Amsterdam en een email-adres. The world is my oyster. Behalve nu dan, want de wereld zit op slot.
Ik heb een tent, maar die is van mijn zus. In háár tuin. Ze is op haar manier gastvrij, maar laat me toch heel goed voelen dat dit haar terrein is, waar ik alleen welkom ben op haar voorwaarden.
Zou ik weer kunnen gaan reizen? Waarheen? En hoe?
Wat zou ik het liefste willen? Een appartement in Amsterdam. Een bed met een nieuw, eigen matras. En een kat.
cijfer: 3
2. WERK
Trouw heeft een artikel van me geplaatst – een interview met Luca in Sao Paolo. De redactie was er erg blij mee. ‘Precies het soort over-de-grenzen-perspectief dat we nu nodig hebben.’
Elsevier is geïnteresseerd in een oude reisreportage, en een nieuw te starten damesblad zoekt een columnist voor pittige verhalen over seks en de overgang.
Verder heb ik mijn hobby-projectje: dessins die ik in elkaar zet in Photoshop en upload op een site waar mensen ze kunnen bestellen op verschillende stoffen. Dat leverde tot nu toe een paar tientjes per maand op – in de laatste weken schoot het omhoog naar een paar honderdjes. Iedereen zit thuis en wordt creatief.
Ik heb nog tienduizend euro spaargeld.
Oké, ik heb niet de vette, saaie baan die mijn zus heeft. Ik heb niet de zekerheid van loondienst. Maar al met al doe ik het toch niet slecht.
cijfer: 8. Of 7.
3. GEZONDHEID
Kut. Want pijn overal. Vroeger kon ik op een betonnen vloer slapen, nu word ik gek van het dunne opblaasbedje. Rug, schouders. En een constant naar, zwaar gevoel in mijn onderbuik, alsof ik morgen ongesteld moet worden. Maar dat word ik niet, al weken niet.
Maar ja, betekent dat dat ik een slechte gezondheid heb? Nee, dit hoort erbij. Zeggen ze. Lekker dan.
Ik ben niet ziek geworden na de omhelzing van Lukas op het station. Dus waarschijnlijk ben ik niet besmet. Hoewel je dat niet zeker kunt weten.
Dus ben ik gezond. Blijkbaar. Al voelt het niet zo. cijfer: 8
4. RELATIES
Vrienden algemeen: ik heb goede vrienden door de hele wereld en onderhoud goed contact met ze. We kunnen alleen zo bar weinig voor elkaar betekenen nu. Ik heb wel geld overgemaakt naar Olivia in Albanië. Vijftig euro – voor haar zo ongeveer het viervoudige.
Vrienden dichtbij: ik bel elke dag met Daantje. Ze lacht me uit als dat nodig is, heel verfrissend.
Familie: Irene wil dat ik mama eens bel, maar ik hik ertegenaan. Ik mail wel. Volgens Irene is de telefoon persoonlijker. Hoe langer ik in haar tuin woon, hoe meer ik weer het kleine zusje ben dat zich laat gezeggen.
Pim: tja.Ik heb besloten dat ik hem toch wel heel leuk vind. Maar wat kan ik daar nu mee? We hadden een lang gesprek, over van alles: relaties van vroeger, onze ontmaagding, hoe hij zich voelde toen zijn kinderen werden geboren, hoe ik me nu voel. Hij zei dat de tweeling naar me had gevraagd. Ze wilden weten wanneer ik terugkwam. Dat geloof ik niet helemaal. Of het moet zijn dat ze het vroegen om te checken óf ik inderdaad terugkom. Wat ze toch niet echt kunnen willen. Toch?
cijfer: ?
Maar twee pijlers met een voldoende. Geen wonder dat ik me af en toe zo wankel voel.