Stel je even voor: honderdduizenden landgenoten hebben niet meer te eten

 

Hoe moet het zijn om zo diep te zinken?

 

 

 

‘Je kan natuurlijk niet het leed van de hele wereld op je schouders nemen,’ zei de ene vrouw tegen de andere. ‘Want weet je wat het is namelijk?’ ging ze verder. Waar het op neerkwam was dat zijzelf ook mindere tijden had gekend. De eerste jaren van haar huwelijk had ze werkelijk geen cent gehad om aan haar reet te krabben en toen stond er toch ook niemand voor haar klaar? ‘Kaantjes op woensdag en als het meezat een karbonade op zondag. Ik wist bij wijze van spreken geeneens hoe een biefstuk eruitzag.’ De andere vrouw knikt. ‘Maar zij had nooit te klagen. En nu loopt ze bij de voedselbank’, gaat het gesprek verder. ‘Nooit verwacht dat ze zo diep zou zinken’, zegt de knikkende vrouw en dan staan ze op om bij de halte Nieuwmarkt uit te stappen omdat ze vandaar ‘lekker makkelijk kunnen doorsteken naar de Bijenkorf’.

 

Toen ik van de week in het AD las dat ‘steeds minder Nederlanders te eten hebben’ dacht ik terug aan deze twee vrouwen in de metro. Zouden zij ook toevallig lezen dat 400.000 landgenoten in voedselnood verkeren en dat er naar verwachting nog heel wat mensen bijkomen? Zouden ze weten dat het Rode Kruis in Friesland zo’n zeshonderd kinderen per week helpt met een ‘ontbijttas’ omdat deze kinderen vaak met een lege maag naar school gaan? Dat in Utrecht diezelfde hulp vorige maand is begonnen en dat het aantal ontbijttassen in drie weken is verhoogd van 50 naar 120? Zou het ze deren dat de vraag naar zogenoemde boodschappenkaarten van het Rode Kruis ook is gestegen? Dat mensen met die kaarten voor vijftien euro boodschappen kunnen doen en dat er, aldus het Rode Kruis, tot nu toe zijn al 500.000 kaarten zijn uitgedeeld?

 

Stel je even voor. Honderdduizenden landgenoten die zo diep zijn gezonken dat ze geen eten meer kunnen kopen en hun bloedeigen kinderen notabene met een lege maag naar school moeten sturen. Dat zijn veel mensen. Heel veel. Te veel om al hun leed – en dat van de hele wereld – op je schouders te nemen. Hopelijk lucht het op dat dat ook helemaal niet hoeft en dat het al helpt als je één iemand een beetje bijspijkert. Bijvoorbeeld iemand van wie je het nooit van verwacht omdat die vroeger nog net als jij de metro naar de Bijenkorf nam.

 

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans