Rugzakjeswedstrijd
Ik moet een beetje rekening met haar houden, want ze heeft een rugzakje.
Of eigenlijk drie. En ik wíl ook best een beetje rekening met haar houden, maar inmiddels wel met de nadruk op ‘een beetje’. Ik merk namelijk dat ik moe word van mensen met rugzakjes, ik tref er steeds meer.
Vroeger kwam ik ze ook al veel tegen, maar dat was omdat ik veel wandelde. Toen kwamen er ook al veel mensen met een rugzakje op mijn pad, maar daar had ik dan altijd ontzettend veel pret mee.
Maar nu is dat anders. Nu komen er steeds meer rugzakdragers langs, maar lol hebben ze niet meer. Sommige mensen sjouwen zelfs met meerdere rugzakken. En dat kan natuurlijk niet. Het begrip ‘een rugzakje hebben’ is ontstaan om te duiden dat iemand meerdere probleempjes had. En dan was de metafoor het rugzakje, omdat ze daar allemaal in zaten, zodat je alles mee moest sjouwen.
En dat zo’n rugzak dus zwaar kon zijn, dat wilde ik wel geloven. Maar nu gaan mensen weer tegen elkaar opbieden. Om in de top drie van ergste gevallen te mogen, hebben sommigen nu al meerdere rugzakjes. Wat een leed.
En dan zijn er ook nog de sjerpa’s. Die gaan gebukt onder de ballast van de zakken van anderen. Pfffff.
En weet je… soms word ik er doodmoe van. Als ik vertel dat we niet naar een feestje kunnen komen omdat mijn man o.a. zijn hiel, enkel, knieschijf, bovenbeen en heup heeft gebroken, dan begint het al.
‘Had mijn neef ook. En die had óók nog zijn arm gebroken.’
Het kan altijd erger.
Maar ik hou het meestal bij de term ‘breuken’ om niet te zeuren, terwijl in de praktijk de hele boel verbrijzeld is. En nou past zo’n zakje met verbrijzelde botten natuurlijk veel beter in een rugzakje dan een stijve poot met een klomp gips, maar zelfs dán vind ik het allemaal niet bij de term ‘rugzak’ horen. Ik vind die term sowieso al beladen, en ik ben ook niet van plan om te gaan opboksen tegen het leed van anderen, noch om meer aandacht voor míjn leed te willen dan een ander blijkbaar nodig heeft voor de helft van wat ik sjouw.
Maar soms… heel soms… dan denk ik stiekem zachtjes: Rot op met je rugzak. En dat had ik dus nu bij haar.
Vergeleken met haar rugzakje sjouw ik al maanden met een soort bagagedepot. Maar ik loop echt niet de hele dag te zeiken en begrip te eisen. Ik doe gewoon mijn ding en probeer dat op de best mogelijke manier te doen. Niet meer en niet minder.
Ondertussen geniet ik van wat nu wél al(weer) lukt, en van wat er in de toekomst misschien ook weer gaat lukken. Ondanks het feit dat ik net mijn schoonvader heb begraven en dat mijn schoonmoeder een hoop extra zorg nodig heeft. Maar wat niet (meer) lukt, daar zullen we straks gewoon mee moeten leren leven.
Ik woon nog steeds in een land waar ik een dak boven mijn hoofd heb, medische zorg kan krijgen en te eten heb. En ik had mijn man onlangs ook kunnen verlíezen bij dat verschrikkelijke ongeluk, maar dat is niet gebeurd. En ik had ook nog aan de chemo kunnen zitten, zoals me twee jaar geleden werd voorspeld. Maar gelukkig besliste het lot anders en mag ik door.
Dus gá ik ook door. Zo goed en zo kwaad als het lukt, en ondanks het feit dat ik doodmoe ben.
En dan moet je dus niet komen zeuren dat ik rekening met je moet houden omdat jij ‘héél véél rugzakjes hebt’, zoals zij dat noemde. Volgens mij vallen verloren gegane cryptotegoeden namelijk helemaal niet onder de rugzakjes. Als jouw berg met nepmunten als sneeuw voor de zon verdwijnt, zou je rugzak alleen maar lichter moeten worden, toch?
En je migraine, je wratten en je dyscalculie: ik vind dat allemaal erg naar voor je, maar schaf lekker een rolkoffer aan en ga door met je leven.
Zo! Dat is eruit. Scheelt een hoop gesjouw.