Als je geen vader meer hebt…
Monique: Mijn dochter schreef: Rouwen hoeft mijn leven niet over te nemen, maar wel af en toe mijn dagen.
Hoezo Vaderdag…? Ik denk elke dag minstens een klein momentje aan mijn vader. Hij is er niet meer, hij werd 84. Een mooie leeftijd, vond hij zelf. Hij beschouwde elke dag vanaf zijn 75ste als een cadeautje. Natuurlijk mis ik hem, maar ik ben niet verdrietig; ik heb lang van hem mogen genieten. Voor mijn kinderen liep het anders. Zij verloren hun vader al veel te jong. Hij werd maar 59, zij waren pas 20 en 22.
Rouwen, hoe doe je dat? Dochter Maud schreef er dit persoonlijk stuk over.
Schrijven helpt
Het is woensdagmiddag, de zon schijnt en ze voelt zich kut. Ze rouwt. Ze rouwt nu tweeënhalf jaar. Soms merkt ze het, soms niet. Soms voelt het alsof iemand haar plots hard op de grond duwt. Soms wordt ze misselijk. Soms hangt het ergens ver boven haar hoofd. Als ze haar ogen sluit ziet ze zijn gezicht, maar steeds minder goed. Ze probeert hem voor de geest te halen maar ook weer niet, want het doet pijn. Foto’s niet, die doen geen pijn. Herinneringen wel. Die zitten in haar hoofd, in haar lichaam, waar haar hart zit. Ze zijn telkens anders, die herinneringen. Zijn stem verandert, zijn gezicht. Pijnlijk ontastbaar.
Op betekenisvolle dagen heeft ze er bijna geen last van. De sterfdag, zijn verjaardag, nieuwjaar. Dan gaan mensen ervan uit dat ’t het ergste is. Dat is niet zo. Willekeurige dagen zijn het ergste. Een woensdagmiddag wanneer ze over straat loopt en opeens de grond op wordt geduwd. Een vrijdagavond op een terras zonder hem. In de problemen zitten en niet naar hem toe kunnen gaan. Iets schrijven en het hem niet kunnen laten lezen. Denken hem te zien op weg naar werk op maandagochtend. ’s Avonds in bed liggen en jezelf erop betrappen dat je de hele dag nauwelijks aan hem heb gedacht en je daar vervelend over voelen. Sorry willen zeggen.
Tijd heelt niet alle wonden, je leert ze te verzorgen
Het rouwen wordt niet minder, maar ze leert ermee omgaan. Het komt in periodes. Nee, tijd heelt niet alle wonden; ze leert ze te verzorgen. Ze is er redelijk goed in geworden. Ze kan aangeven wanneer het niet goed gaat. Ze kan wakker worden en het meteen weten. Ze kan het soms wegduwen als ze er geen zin in heeft. Ze kan het toelaten wanneer ze er wel zin in heeft. Of zin, dat is een groot woord. Wanneer ze er ruimte voor heeft. In het begin kon ze dat niet. Ze had paniekaanvallen. Ze wist niet hoe het moest, rouwen. Leven met fantoompijn. Want dat is het eigenlijk. Ze wil ook nog steeds het liefste af en toe uitchecken en terugkomen wanneer het haar niets meer doet. Op reis, maar niet te lang. Een boek schrijven. Heel veel wijn drinken.
Ze heeft geleerd dat het oké is om te rouwen, ook al is het tweeënhalf jaar geleden. Over een jaar is het ook nog oké. Over acht jaar ook. Acceptatie is belangrijk. Niet dat hij dood is, maar dat ze haar leven lang zal rouwen en dat dit normaal en natuurlijk is. Haar vriendin, wiens vader op de verjaardag van de hare is overleden, rouwt al een paar jaar langer. Maar niet minder. Het is fijn om iemand te hebben die er ook doorheen gaat. Soms wil ze er op een luchtige manier over praten en dat kan alleen met iemand die weet waar ze het over heeft. Soms, als andere mensen ernaar vragen, voelt ze zich een aansteller. Dan wil ze er juist niet over praten omdat ze zich bezwaard voelt. Rouwen is een zwaar woord. Nu ze het zo vaak heeft opgeschreven wordt het ook een lelijk woord.
Nu ben ik bij de vijfde alinea en ik voel me al beter. Schrijven helpt. Het helpt mij en hopelijk anderen ook. Het is een soort therapie zonder je in te moeten houden omdat je de therapeut niet het genoegen wil geven tijdens de sessie te huilen en haar een doorbraak te geven. Ik schrijf persoonlijke dingen, in gedichten, in scripts, in verhalen. Het is mijn manier van verwerken, het is mijn inspiratie. Of het nou over rouwen of iets als liefdesverdriet gaat (al is liefdesverdriet uiteindelijk ook een vorm van rouwen). Ik ben er ook open over omdat ik hoop dat het herkenbaar is voor mensen. Voor rouwen is er geen protocol om te volgen. Alleen de ervaringen van anderen. De ene keer wil je alleen zijn en de andere keer juist niet. Aan het begin van dit stuk wilde ik alleen zijn, maar nu niet meer. Nu wil ik in de zon zitten en genieten zoals mijn vader deed. Zoals mijn vader als geen ander kon. Ik was nog net 20 toen hij overleed. Ik had geen idee van wat dan ook. Nu ben ik 23 en ik weet nog steeds heel weinig, maar wel dat ik oké ben. Dat rouwen niet mijn leven hoeft over te nemen, maar wel af en toe mijn dagen.
Monique, oorspronkelijk stilist (later hoofdredacteur van o.a. vtwonen), noemt zichzelf een ‘visual addict’. Ze heeft een hekel aan hypes en houdt van design èn van brocante. Ze vindt reizen net zo leuk als thuis zijn. Haar motto: investeer in herinneringen, kijk vooruit, geniet van vandaag.
Fotografie portret: Esmée Franken. Visagie: Linda van Iperen. Haarstylist: Mandy Huijs.