“Voor deze Vietnamese straatsnack wordt meestal ei gebruikt als basisbeleg. Dit vervang ik door mijn Koreaanse gochujangsaus, een beetje zoals de tomatensaus voor de Italiaanse pizza. Fusion galore. Geef jezelf een paar pizza’s om te oefenen en je zou bijna een foodtruck beginnen, zo lekker.”
Zo maak je Vietnamese pizza
- Verhit een kleine koekenpan met de olie. Bak de portobello met een snufje zout. Zet apart.
- Verzamel alle toppings om je heen: de saus, portobello, lente-ui, de groene peper, de fijngehakte pinda’s, de mayo en sriracha. Zet ook een bakje water met een kwastje klaar en een lepel. Verhit een grill- of koekenpan op middelhoog vuur.
- Per pizza gebruik je 2 vellen rijstpapier.
- Leg 1 rijstvel op een bord. Kwast in met water. Leg het tweede vel er bovenop en leg direct in de pan (zonder olie!). Wrijf rondjes met de achterkant van een lepel, waardoor de 2 vellen aan elkaar gaan plakken. In het begin lijkt het onbegonnen werk en krult het bovenste vel op, maar houd moed. Blijf rondjes draaien. Masseer extra met de lepel waar bubbels vormen, want die wil je niet.
- Na een tijdje verandert de pizzabodem van transparant naar wittig. Als je dat ziet gebeuren, draai je ‘m om met een tang. Blijf ook nu rondjes draaien. Draai het vuur eventueel lager. Anders verbranden de randen snel.
- Tijd om te beleggen. Schep eerst 2 eetlepels gochujangsaus op de pizza. Smeer uit. Beleg dan met de portobello, lente-ui, groene peper en pinda’s. Haal uit de pan. Druppel er wat vegan mayo en sriracha overheen. Knip in punten met een schaar, of vouw dubbel, serveer lekker authentiek in een oude krant en lik je vingers erbij af.
Zo maak je de gochujangsaus
- Meng alle ingrediënten, behalve de maïzena en het water, in een wok en verhit de saus op laag vuur. Laat een paar minuten zachtjes pruttelen.
- Maak ondertussen een papje van de maïzena met 2 theelepels water. Voeg al roerend bij de saus. Laat nog 2 minuten pruttelen, tot de saus is ingedikt. Gebruik de saus direct.
