Positief beginnen

 

 

Alweer een paar jaar geleden:

 

 

‘Kom nou, we moeten nu echt gaan!’ Ik roep het voor de veertiende keer, maar manlief is niet vooruit te branden. Hij heeft geen zin. We moeten naar een lunch waarvoor hij is uitgenodigd met zijn partner (ik dus), maar waar ik zelf niemand ken. Dus waarom ik nou zo liep te pushen om niet te laat te komen, geen idee.

 

Lunches waren toen nog dingen die goed waren voor je netwerk, je aanzien, je carrière en je relaties. Haha. Iets wat inmiddels volkomen achterhaald blijkt, en of ze goed waren voor je eigen relatie kun je je ook afvragen.

 

‘Moet ik echt mee?’ waagde man vlak voor vertrek altijd te vragen.

 

‘Ja, jíj bent uitgenodigd. Niet ik!’

 

Het waren van die standaard vraag- en antwoordspelletjes, vlak voor vertrek. Elke keer weer.

 

‘Maar jij vindt het leuk, en daarom heb ik “ja” gezegd.’

 

‘Nee, jij vindt dat je moét! En daarom heb je “ja” gezegd. En daarom sleep je mij nu mee, maar ik ken er niemand, dus ik ga daar zeker niet alleen naartoe.’

 

‘Ja, maar jij legt altijd makkelijk contact. Dus jij gaat je er kostelijk vermaken, want het zijn allemaal theatermensen en dat is helemaal jouw ding. Ik vind dat niet leuk, dus ik kan net zo goed thuisblijven.’

 

‘Nee, je gaat mee! Jij bent daarvoor uitgenodigd, en ik zit erbij als versiering. Dat vind ik al erg genoeg – en dat weet je – dus je gaat erheen, en je gaat mij er ook nog op mijn gemak stellen en bezighouden. Dat je het weet!’

 

‘Pfff. Oké. Dan drink ik er wel een biertje, check er even mijn telefoon, en dan gaan we weer snel terug naar huis. Goed?’

 

‘Nee! Je drinkt er helemaal geen biertje, want je moet rijden.’

 

‘Mooi niet. Jij bent aan de beurt, want ik heb gisteren gereden toen we uit eten waren.’

 

‘Ja, dahagggg. We gaan erheen voor jouw werk, dus jij rijdt! Ik voel er niets voor om straks water te gaan drinken, en te moeten rijden naar iets waar ik eigenlijk niks te zoeken heb.’

 

‘Wat, nou? Ik doe dit voor jou, hè!? Jij bent dol op theater, en dit gaat allemaal over een aankomende musical. Je kunt er collega-regisseurs ontmoeten, en bekende mensen spotten, dus ik heb voor jou gezegd dat we graag wilden komen.’

 

‘Voor mij? Ik voel me hoogst ongemakkelijk tussen allemaal onbekende mensen. Zelfs als ze bekende Nederlanders heten. Dus doe me een lol, en doe dit dan nooit meer voor mij, ja!’

 

Maar we gingen toch.

 

Allebei.

 

Omdat het niet netjes is om zulke dingen op het laatste moment af te zeggen, verschenen we keurig op tijd aan de dis, bij de lunch die ons werd aangeboden door een theaterproducent die sponsors zocht. Het werd groots gebracht voor allerlei zakenmensen die waren uitgenodigd, in de hoop daar mensen warm te maken om er zelf geld in te steken, of anders hun baas over te halen dit te doen.

 

En het was druk. Druk met heel veel netwerkende mensen, waarvan er niet één luisterde naar de arme theatermaker die zijn werk probeerde te verkopen.

 

Of toch. Eentje.

 

Ik!

 

Ik vond het reuze interessant allemaal, maar ik verdien helaas niet genoeg om in zulke dingen geld te kunnen steken. Dus had de producent er helemaal niks aan, en ik ook niet.

 

En al hadden wij het reuze gezellig samen, de theaterwereld ligt evengoed nu op zijn gat en ik moet best vaak aan hem denken. Niet door het uitblijven van donaties, maar door het uitblijven van iets tegen een virus ligt alles nu plat. En dat vind ik heel erg verdrietig.

 

Maar dat virus maakt wel dat de verplichte nieuwjaarsborrels ook weer uitvallen. Joepie! Vroeger dachten we dat netwerken belangrijk was, maar nu hebben we echt wel door dat zoiets ook virtueel, schriftelijk, of telefonisch kan.

 

Ik wens dus iedereen een fijn nieuwjaar via deze column. … Hup! … Klaar!

 

Ja, ik wou het jaar maar beginnen met het benoemen van positieve dingen.  

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke