Poetsen als een pro
Ken je dat? De lente hangt in de lucht en je krijgt last van poetswoede.
Onze oma’s en moeders deden in de lente nog aan de grote voorjaarsschoonmaak. Kachels werden opgepoetst, meubels in de boenwas gezet en kleden woest met een mattenklopper bewerkt zodat er geen stof meer te zien was.
Oké, oké, ik kom uit de kast: ik ben een superluie huisvrouw. Als het niet echt hoeft, dan doe ik het niet. Mocht je nou denken dat het bij mij thuis een bende is, dat is ook niet helemaal waar. Het is hier wel schoon en opgeruimd maar boenwas en mattenklopper zijn mij vreemd.
Tot voor kort poetste ik niet bepaald voor mijn lol. Want geen tijd, geen zin, of willekeurig welk ander smoesje ik kon verzinnen. Maar nu ik thuiswerk is dat anders. Ik zie overal spinnenwebben, vlekken in mijn houten vloer en een vettige wasemkap die nodig een opfrisbeurt kan gebruiken.
En je raadt het nooit, ik poets tegenwoordig als een pro. Ten eerste heb ik er nu tijd voor en is het heerlijk om te zien dat m’n hele huis er zo van opknapt. Maar mijn humeur heeft er ook wat aan. Ik ben bezig en niks is zo rustgevend als de voegen van de douchcabine opfrissen, of lekker strijken. En ik ben zeker niet de enige die zich de kunst van het poetsen eigen maakt in tijden van corona.
Mijn schoonzusje N. is in het normale leven belastingadviseur. Maar sinds ze thuiswerkt kan ze ramen zemen als de beste. Ze deelt zelfs tips met haar vriendinnen over welke doekjes je daarvoor het beste kan gebruiken en ook nog in welke volgorde. In haar hele huis heeft ze van die kleine raampjes, dus ze is er wel even zoet mee. Ze praat bijna liefkozend over hoe die ruitjes ervan zijn opgeknapt. Ze zou ze eigenlijk wel elke week een beurt willen geven.
Straks vind ik het nog jammer als ik weer naar de redactie mag en ik mijn superschone huis uit moet.