Pieter Kranenborg: Waterland
Wat een merkwaardige eerste zin van dit boek, maar wat vertelt het, zo weet je aan het eind, veel over wat je gaat meemaken.
‘Ik heb er geen tastbaar bewijs voor, maar ooit was ik buschauffeur.’
Hoezo, denk je als lezer, weet je niet eens zeker of je wel buschauffeur bent geweest? Dat kan niet! Zoiets verzin je toch niet? Maar dat is waar je aan het eind mee blijft zitten: is Ingmar, de ik-persoon, nu wel of niet buschauffeur geweest? En als Ingmar dat zelf niet eens zeker weet, hoe moet ik als lezer daar dan achter komen?
Na die openingszin vertelt Ingmar dat hij Chinees heeft gestudeerd, dat hij op een kantoor terecht kwam, zich daar zo verveelde dat hij het aanbod van zijn geleerde broer, die in Amerika buitenaards leven onderzoekt, accepteert om nachtwaker van een leegstaand observatorium te worden en overdag zijn droom nastreeft om buschauffeur te worden.
Nee, Fred Teeven was niet de enige met die droom.
Ingmar neemt je vervolgens mee in een wereld die steeds meer gaat lijken op een droomwereld. Een vroegere vriend belt hem midden in de nacht op en samen luisteren zij naar muziek van een band waar zij vroeger grote fan van waren, vooral omdat de zangeres betoverend mooi was en zong. Ingmar herinnert zich dat hij een nacht met haar heeft doorgebracht, maar als hij zich details voor de geest wil halen, lukt dat niet.
Als lezer begin je je steeds meer af te vragen of alles wat Ingmar vertelt wel waar is. Als hij samen met zijn vriend naar haar muziek luistert – zijn vriend is op wonderbaarlijke wijze aan zo’n oud cassettebandje gekomen – vergeet Ingmar de werkelijkheid en drijft hij samen met de vissen uit het aquarium rond door de kamer. Als de muziek stopt valt hij door het plafond de werkelijkheid weer in. Een werkelijkheid waarin allerlei dingen misgaan. Zo blijken plaatsen die Ingmar zich van vroeger herinnert niet meer te bestaan, komt hij mensen tegen die – net als hij – hun leven laten beheersen door het najagen van een moment in hun jeugd waarop zij gelukkig waren.
Uiteindelijk vindt hij de zangeres terug, hij noemt haar K. omdat hij haar naam niet meer weet. K. verdwijnt even plotseling als zij gekomen is.
Maar is Ingmar nu wel of niet buschauffeur geweest? En heeft K. eigenlijk wel echt bestaan? Ja, daar zit je als lezer, terwijl K. wegrent uit het leven van Ingmar en uit het boek.
Echt waar? Lees zelf maar. Pieter Kranenborg heeft een heel mooi boek geschreven over een jonge man op zoek naar geluk.
Nederlandse Paperback
9789028223028
Druk: 1, april 2020
320 pagina’s