Over dramaqueens gesproken…

 

Toen ik klein was hadden wij een hondje. Een teckeltje.

 

 

 

Dus toen mijn vriend over een hondje begon en vertelde dat hij ergens een nestje teckels had gezien, was ik al snel om. We gingen kijken en je snapt het wel: één blik op zo’n kleine puppy en ik was verkocht.

 

Nou wist ik wel dat teckels bekendstaan als eigenwijs. Dat het vreselijke dramaqueens kunnen zijn, dat wist ik dan weer niet. Twee spatjes regen en onze Guusje doet geen stap buiten. Verwijtend kijkt ze me aan als ik haar toch naar buiten sleep. Hoe haal ik het in mijn hoofd zo’n braaf klein teckeltje zo te mishandelen? Verder is ze véél te klein om op ons bed te springen. Ze gaat met haar voorpootjes op het bed staan kijken met een heel zielige blik en een zacht kwispelend staartje: til me op. Als er een snoepje op het bed ligt, is ze haar act zo vergeten en zit ze er met een grote sprong bovenop. Eenmaal in bed is het verbazend hoeveel ruimte zo’n piepkleine teckel inneemt. Mijn vriend ligt rechts op het randje, ik links. Guusje languit in het midden, tevreden snurkend.

 

Laatst wilde ik ’s ochtends voor mijn werk een rondje met haar lopen. Toen ze van de bank sprong, zag ik meteen dat er iets mis was. Ze hinkte op drie pootjes, het rechter voorpootje hing er slap en nutteloos bij. Voorzichtig nam ik haar mee naar buiten. Ze hinkte een paar meter en plaste in de voortuin – normaal mag ze dat niet, maar nu liet ik het maar zo. Ik legde haar op de bank, dekentje eroverheen. Misschien ging het later op de dag beter.

 

Maar ’s middags kreeg ik een appje van mijn vriend. Guusje kon nog steeds niet lopen. Hij had haar naar het veldje aan het einde van de straat gedragen, laten plassen en weer terug gedragen. De stakker. Na mijn werk nam ik haar mee naar de dierenarts. Bezorgd, uiteraard.

 

Drie keer raden wie er na één blik op de voordeur van de dierenarts (niet haar favoriete adres) razendsnel op vier pootjes vandoor ging? Juist. Ik nam haar nog mee naar binnen, de afspraak was tenslotte al gemaakt. ‘Vanochtend kon ze echt niet lopen’, zeg ik verontschuldigend. ‘Ik zag jullie binnenkomen en dacht al: er is niks aan Guusje te zien’, grinnikt de dierenarts. ‘Tja, het blijven teckels hè.’ Met een diepe zucht zet ik haar weer in de auto. Maar liefst 45 euro armer (het consult en een pijnstiller voor de zekerheid). Thuis huppelt Guusje vrolijk naar binnen. Niks aan de hand. Volgende keer wacht ik wel wat langer voor ik naar de dierenarts ga.