Over de rellen
Ik ben in bed gaan liggen. Mijn meisjes om me heen. Die zijn inmiddels best van een aanzienlijk formaat dus het was passen en meten.
Mijn kleintje naast me, middelste op schoot en mijn grootste aan de rechterkant, haar vaste plekje. Haar gezicht tegen mijn hals aan. Het nieuwe stond aan, Beatrice de Graaf duidde de daden. Het grootste deel van de groep zou niet per se kwaad in de zin hebben, maar verveeld zijn, zonder hoop, zonder doel. Beste relschoppers, ik heb nieuws voor jullie: dat zijn we allemaal. Allemaal.
Waarom verniel je winkels die mensen met eigen handen hebben opgebouwd? Die door de crisis hun spaargeld zien verdampen? Het meest droef van alles vind ik het tehuis in Den Haag waar mensen met een verstandelijke beperking wonen. Hun ramen werden ingeslagen, ze begrepen er niets van en zijn getraumatiseerd door de schok. Hun leven is al bijna een jaar een schim van wat het was. Maanden mochten mensen met een beperking geen bezoek ontvangen. Ik ken een meisje dat haar moeder twaalf weken niet heeft gezien. De veranderde wereld is voor ons al nauwelijks te vangen, laat staan als je een verstandelijke beperking hebt, leg dat maar eens uit.
Jullie willen een statement maken. Maar waarom daarbij mensen raken die ook al gedupeerd zijn door de crisis? Dacht je echt dat het iets op zou lossen? Ik heb nog wel ideetjes voor jullie waarmee je ook aandacht kunt krijgen. Ga mondkapjes prikken en maak daar een grote vredesvlag van en laat die wapperen op het marktplein van je stad. Daarmee haal je ook het nieuws en kun je ’s avonds als de avondklok ingaat gewoon in je eigen huis tv kijken. Lijkt me voor jullie ook een stuk aangenamer dan een politiecel.
Door: Barbara de Waard