Op vakantie
‘Nee hoor, mama, ik ga niet mee. Ik blijf lekker hier.’
We gaan met vakantie. Het vooruitzicht van twaalf dagen zon, penne arrabiata en verse vis zouden me huppelend door de dag moeten laten gaan. Net als de tienen die Weeronline uitdeelt voor de komende veertien dagen in Zuid-Italië. Ik haal de koffertjes van zolder, check de expiry dates van de paspoorten en ga kritisch door de inhoud van de ijskast. De sleutels gaan naar de buren, Monti naar haar vaste lievelingslogeeradres. Toch mis ik de vibe. Ik check vier tickets in en geen vijf. Flo blijft in Nederland. In haar fijne huis. Sinds ze daar woont heeft ze nog geen nacht bij ons geslapen, dus vanuit het niets meteen mee naar het buitenland gaan zou te veel voor haar zijn.
Met Bel ga ik naar de kantoorboekhandel op de Heemsteedse Binnenweg. Daar printen we de foto’s uit van alle lieve mensen die de komende dagen bij Flo op bezoek zullen komen. Ook kopen we twee grote vellen waarop we een reuze-aftelkalender maken die we opsieren met de foto’s van degenen die een bezoek zullen brengen: mijn schoonzus en mijn tweelingnichtjes, haar lieve oude begeleidster J. met wie we zo’n speciale band hebben opgebouwd, mijn vriendin L. met haar grote zoon J. die ook heel graag eens wil kijken waar Flo woont en natuurlijk onze supernanny Stella die al elf jaren voor ons gezin zorgt. Bel versiert de kalender met stickers en we leveren er een paar vellen bij zodat Flo zelf de dagen die geweest zijn een sticker kan geven.
Als we haar bezoeken, nemen we twee emmers en mijn lievelingsschoonmaakmiddel mee. Iggy en Flo maken haar boekenkastje schoon, ik kruip op mijn buik onder het bed. Als alles ruikt naar zeep en blinkt en blonkt gaat Flo in bad. Ik was haar haren, knip haar nagels en poets haar tanden extra lang. Netjes afgeleverd is ze. Na het föhnen ploffen we even op haar bed. ‘Flo, liefde. Mama gaat twee weekjes naar Italië’, zeg ik en som daarna, ik gok voor de zevenenveertigste keer, op wie er allemaal op bezoek komen. ‘Wil je echt niet met ons mee?’ Flo stopt even met het rituele pluizen in mijn haar. Ik realiseer me dat het pedagogisch heel onverantwoord is wat ik nu heb gezegd. Het arme kind. Straks wil ze mee en dan kan het niet. Dom, dom, dom. Flo snuffelt even achter mijn haar en geeft me het liefste antwoord van de wereld: ‘Nee, hoor mama, ik ga niet mee. Ik blijf lekker hier.’