Of ik lid ben van de blauwe knoop
Nog even over mijn column van vorige week, die de gemoederen hoog deed oplopen. Dat stuk veroorzaakte alleen maar onrust, woede en verdeeldheid.
Het laatste wat ik wilde. Daarom hebben we met de redactie besloten om de column offline te halen. Ik had het fout, het was inderdaad een hoax, waar ik zelf nog niet eerder van had gehoord. Degene die het mij vertelde ken ik goed en het kwam geloofwaardig over. Ik wilde vooral gezegd hebben dat regels er niet voor niets zijn en dat je met een besmetting thuis moet blijven. Dat is mislukt. Dus is het beter om niet nog meer olie op het vuur te gooien. Zo, laten we deze zwarte bladzijde maar snel omslaan!
Nu over tot de orde van de dag. Met iets alledaags, of iets saais. Zoals het arriveren van onze nieuwe garagedeur. Na drie maanden ging het eindelijk gebeuren. Man had navy blue besteld, een keurige kleur. Of ik dat goed vond? Ja hoor, wat kon mij het schelen, al had ik toch liever een groene deur gehad, met fleurige planten erop geschilderd en een grote olifant. Dat was een kansloos voorstel. Vooruit, navy blue wil je? Dan doen we toch navy blue?
Wel een heel goed bedrijf: om tien voor negen belden ze, dat ze over negen minuten voor de deur zouden staan. In Zambia zouden ze hebben gegild van de lach, om westerlingen die zoveel perfectie qua tijd in acht nemen. Kan ook niet anders in een land waar ‘mawa’ zowel gisteren, vandaag, morgen en overmorgen betekent. Kun je alle kanten mee op. Maar mooi dat ze er waren, om een minuut voor negen. Wij hadden volop besognes in huis en kwamen pas kijken toen die deur erin zat. We knipperden met onze ogen: halleluja, hartstikke knalblauw, blauwer kon niet.
Man stamelde dat hij dit niet had besteld. Overleg met de baas, en het werd geregeld. Er komt een donkerblauwe deur. Echter pas over tien weken, eerder is niet mogelijk. Maakt niet uit, er zit nu een goede deur in. De vorige was voor elke inbreker een eitje. Toch maakt het wel iets uit, want we hebben veel bekijks. Iedereen blijft even staan om naar die kleur te kijken. Ben ik toevallig buiten, dan houden de voorbijgangers hun commentaar niet voor zich. Of we van de blauwe knoop zijn, of ik een blauwtje heb gelopen, of het bij ons altijd blauwe maandag is, of we die kleur echt menen en of dit zo blijft… Ik heb dus veel uit te leggen. Dan vertel ik over die weggestemde olifant en gek genoeg ontmoet ik daar veel begrip voor. Toch, ik denk aan die vrouw die haar huis appeltjesgroen had geverfd en er van de rechter een rustiger kleur op moest smeren, omdat alle buren last hadden van dat lichtgevende appeltjesgroen. Ik hoop dat het bij ons niet zover komt. Ik kan natuurlijk een bord op de garagedeur hangen: WANHOOP NIET. OVER TIEN WEKEN IS DEZE DEUR WEER SAAI!