Oeioeioei die Robert Oey toch
Ja, de burgermeestersman van Amsterdam, die bedoelen we!
Het kan je amper ontgaan zijn vorige zomer: de zoon van burgemeester Halsema wordt gesnapt terwijl hij met een stel andere Mokumse kwajongens inbreekt op een woonboot. De jongen blijkt een revolver op zak te hebben – onklaar gemaakt weliswaar want een rekwisiet van vader Robert die documentairemaker en filmproducent is. Maar toch hoogst ongelukkig.
Nog ongelukkiger zijn de uitlatingen van vader Robert later dat jaar in het NRC. Breeduit vertelt hij daarin dat hij in Thailand zat toen Femke hem belde om te zeggen dat hun zoon was opgepakt. ‘Ik wil dat je terugkomt,’ had ze gezegd. Maar dat deed hij niet. Hij bleef zelfs nog twaalf dagen in Bangkok. Over dat de neprevolver ergens in de ambtswoning had geleden en dat zoonlief hem daar gevonden moest hebben, haalt hij laconiek zijn schouders op: ‘Er staan op de zolder van de ambtswoning nog een heleboel onuitgepakte dozen. Met daarin een heleboel gereedschap, tot en met een Japans mes en meer van dat soort dingen.’ Al met al vindt Oey dit hele ‘lulverhaal’ ook een reactie op de onvoorstelbare keurigheid van vrouw Femke waar hij af en toe ‘helemaal gek van wordt’. Tegen het verkeer in fietsen blijft hij dan ook zeker gewoon doen. Want hij is dus ‘níét het verlengstuk van de burgemeester!’ Oey heeft een eigen leven.
En zo is het maar net. Want in december vorig jaar werd hij veroordeeld tot een taakstraf van veertig uur wegens verboden wapenbezit en daaraan kan zijn burgemeestersvrouw geen ene moer veranderen. Maar mocht je nou denken dat het nu maar eens uit moet zijn met dat recalcitrante gemok, dan heb je het mis. Meneer Oey, zo liet de Telegraaf vorige week weten, verzet zich namelijk tegen zijn taakstraf waardoor de zaak in het openbaar bij de politierechter in Amsterdam zal worden behandeld, aldus het OM.
Hoe oud zijn we nou helemaal, meneer Oey? En hoe moeilijk kan het zijn om gewoon even niet meer tegen te werken? Uw vrouw heeft immers al genoeg op haar bordje en echt lekker ligt ze binnen het Amsterdamse ambtenarenapparaat en onder veel Amsterdammers ook al niet. Een beetje steun kan toch geen kwaad? Want à la, u zegt dan wel niet het verlengstuk van de burgemeester te zijn, maar achter haar gaan staan zou wel het minste zijn. En nou niet meer jengelen over veertig uur papierprikken in het Vondelpark of zo! Gewoon handen uit de mouwen en mondje dicht – als een grote jongen.