“O ja, vorige maand heb ik een tia gehad”

irma laptop

 

Dik 50 jaar vriendschap, hoe bijzonder is dat. En dan zegt ze ineens dit.

 

 

Opeens zie ik ons weer met twee staartjes en een kist vol Barbies.

 

We zitten al een half uur te kletsen over ditjes en datjes, als ze tussen neus en lippen door zegt: “O ja, vorige maand heb ik een tia gehad.”

 

Wat?

 

Ze is mijn oudste en liefste vriendinnetje. Toen ik zes was, kwam ik van een andere kleuterschool dan de andere kinderen in de eerste klas van de lagere school (zo ging dat nog in die tijd). Zij wilde wel mijn vriendinnetje zijn en dat is nooit meer veranderd. Onze ouders raakten bevriend, zodat we met de twee gezinnen op vakantie gingen. Als enig kind vond ik haar situatie, met een grote broer en zus, geweldig. Zus mocht zich al opmaken en ging stappen, broer gooide zijn vieze voetbalkleren ergens in de gang en kreeg dan op zijn kop. Met het hele gezin keken ze schaatsen, waarbij haar vader fanatiek alle tussentijden bijhield. Al die drukte en gezelligheid, dat vond ik geweldig. Terwijl zij mijn verwende enig-kind-leventje prachtig vond.

 

Jaren waren we onafscheidelijk en al waren er later tijden dat we weinig tot geen contact hadden, we zijn elkaar nooit uit het oog verloren. Op het moment dat mijn vader overleed (mijn moeder was toen al jaren eerder gestorven) en ik alleen de uitvaart en alles eromheen moest regelen, stond ze pal naast me bij iedere stap. Omdat ze niet wilde dat ik me alleen voelde. We waren op elkaars bruiloft, zagen elkaars kinderen opgroeien, werden allebei rond dezelfde tijd oma. Ruim 50 jaar vriendschap, hoe bijzonder is dat. Al wonen we ruim 100 km van elkaar en zien we elkaar niet zo vaak, we kunnen elke keer weer bijkletsen alsof we elkaar gisteren nog gezien hebben.

 

Ze is supernuchter over haar tia. Ja, het had ook anders kunnen aflopen, maar alles is oké en ze heeft nergens meer last van. O, maar er is nog wel iets anders: haar broer, twee jaar ouder dan wij (die van de voetbalschoenen), is jong dementerend. Als ze me dat vertelt, zie ik hoe moeilijk ze het ermee heeft. Ik luister, knipper wat tranen weg en probeer te bedenken wat ik voor haar kan doen. Eigenlijk niks dus.

 

Dagen later ben ik nog van slag. Ik heb weleens vaker ziekte bij vrienden moeten meemaken, of erger. Maar mijn vriendinnetje en haar familie zijn de basis van mijn jeugd, ze zijn een stukje van mijn leven. Een stukje dat er altijd is, wat er ook gebeurt. Het idee dat dat er ooit niet meer zo is, is onvoorstelbaar.

 

Het is een goede reminder om zuinig te zijn op de mensen waar je van houdt en dankbaar te zijn voor de goede gezondheid van mezelf en mijn geliefden. Omdat niets voor altijd is.

 

Door: Irma van Schaijk