Nou breekt mijn klomp

 

‘Waarom nu opeens wel?’, vraagt ze. De woede kruipt omhoog vanaf mijn borstbeen.

 

‘Nou breekt mijn klomp. Waarom nu opeens wel?’, vraagt ze. Ik kijk naar haar handen. Ik kan me niet herinneren dat ik de ring die ze draagt ooit eerder zag. Ik kijk op naar haar gezicht. De rode lippenstift is uitgelopen in de verticale lijntjes boven haar lip. Die lijntjes en rimpels vielen me niet eerder op.

 

Begin jaren tachtig waren we collega’s. Van vriendschap was in het begin geen sprake, want ik keek vooral erg tegen haar op. Als cheffin van de secretaresses ging ze geregeld met een rode stift door ieders typewerkjes en deelde ze daarna rond, waarbij ze iedere type- of spelfout staand aan het bureau breedsprakig toelichtte. Ieder ander zou zich hiermee roddel en achterklap op de hals gehaald hebben, maar zij niet. Ze had een natuurlijk soort overwicht waar veel politici een moord voor zouden doen. Ze was het type waar je niet omheen kon. Als je dat al wilde. 

 

We zitten in een tentje aan een salade als ik haar vertel dat ik ga trouwen en zij zegt dat haar klomp gebroken is. De woede kruipt omhoog vanaf mijn borstbeen. Ik houd mijn kaken stijf op elkaar. Zij gaat verder: ‘Je zei toch echt altijd dat je niet nog een keer wilde trouwen. Hoezo ben je opeens van gedachten veranderd?’

 

Pas toen we geen collega’s meer waren ontspon zich stilaan een vriendschap en in die vriendschap ben ik eraan gewend dat ze eindeloos veel vragen stelt. Dat is zoals ze is. Altijd doorzagen. Daar heb ik al een tijd geen zin meer in. 

 

 

Sterker: ik verdraag het niet meer. Mensen veranderen, meningen worden bijgesteld, levens nemen een andere wending. Daarover wil ik het gewoon kunnen hebben, maar ik wil er niet over ter verantwoording worden geroepen. Gewoon een gesprek zonder dat het almaar ingewikkelder wordt.

 

‘Is het nou echt zo moeilijk om gewoon eens een keer te zeggen dat je blij voor me bent in plaats van een kruisverhoor te beginnen?’ Er zit meer lading achter mijn woorden dan nodig is. Blijkbaar gaat dat zo als je de dingen te lang opkropt. Ze zet haar handen op de rand van het tafeltje en duwt haar bovenlichaam wat achteruit. Zo ziet verontwaardiging er uit, schiet het door me heen. Het tafeltje schommelt onder haar gewicht. ‘Nou ja zeg, nou hoef je niet meteen zo geïrriteerd te doen.

Ik vraag gewoon waarom je opeens gaat trouwen, waarom je plotseling van mening bent veranderd.’ Ze verheft haar stem en om ons heen draaien hoofden onze kant uit wat ik gênant vind.

 

We hebben het niet meer opgelost met elkaar daar aan dat tafeltje. Daarna ook niet. Veel van wat we deelden was dierbaar. Huwelijken, kinderen, nieuwe liefdes, echtscheidingen, banen, carrières, verdriet, vreugde. Mensen veranderen, meningen worden bijgesteld, levens nemen een andere wending. Sommige vriendschappen bewegen met je mee en andere niet. Die lopen spaak. Straks als ik ga trouwen is ze er niet meer bij. Onderweg ben ik haar kwijtgeraakt. Of zij mij. Ik zou verdrietig moeten zijn, maar dat ben ik niet. Het is goed zo.

 

 

Door Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en heeft twee kookboeken op haar naam staan. Sinds 2004 is ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Zonder schrijven kan ze niet. Franska zag wel iets in haar columns. Die gaan over haar leven, over vriendschappen, over liefde en over haar huwelijk dat gepland staat voor komende zomer. Brigitte heeft een stiefdochter, stiefzoon en dochter uit haar eerste huwelijk. Met haar verloofde heeft ze Jip: een plaatje van een Australian Sheppard.