Normaalgesproken vind ik Zomergasten niet om doorheen te komen
Maar voor deze fijne gast van aanstaande zondag ga ik juist wel kijken.
Pffff, Zomergasten is voor mij typisch zo’n televisieprogramma voor gevorderden. Het is niet iets waarbij ik op het puntje van mijn stoel zit, hardop kan lachen of tot tranen toe geroerd raak. Sterker nog, meestal zit ik na vijf minuten al te gapen omdat ik het zo saai vind, of ik begrijp er gewoon niks van. Dat gebeurt ook vaak. Te ingewikkeld.
Maar voor deze bijzondere laatste gast van dit seizoen maak ik een uitzondering. Sterker nog, ik blijf er zelfs voor thuis. Want ik vind het niet alleen een hele mooie man om naar te kijken, hij kan ook fantastisch acteren en heeft een heerlijke stem om naar te luisteren. Dat alles zit verpakt in Pierre Bokma, een van de beste acteurs van Nederland, want wat hij ook speelt, dat doet hij werkelijk fantastisch.
Aanstaande zondag 25 augustus staat de acteur vanaf 20.25 uur bij de VPRO op NPO 2centraal, wanneer hij in de laatste aflevering van Zomergasten samen met Hanneke Groenteman onderzoekt wat het geheim van acteren is en wat het zo diep inleven in een rol hem kost en oplevert. Film, toneel of televisie—hij draait er zijn hand niet voor om. Zware rollen vaak, laatst nog als David Cohen in De Joodse Raad. Volgens hem een van de moeilijkste rollen die hij ooit gespeeld heeft, zelfs levensveranderend. Terwijl hij al een indrukwekkende lijst op zijn naam heeft staan.
Want zijn prijzenkast puilt uit, hij won onder andere meerdere keren een Gouden Kalf en de Louis d’Or voor beste acteur in een televisie-, film- of theaterrol, en zelfs een International Emmy Award voor zijn rol in de film De uitverkorene. Maar hij speelt net zo graag in een kinderfilm zoals Mijn vader is een vliegtuig, of in de heerlijke series met teksten van Annie M.G. Schmidt, zoals ’t Schaep met de vijf pooten.
Zelfs mijn kinderen weten wie hij is vanwege zijn rol als Duitse leraar in het satirische Rundfunk. Nou vooruit, nog een keertje dan. ‘Jullie hebben allemaal een voldoende… oh nee, toch niet!’