Nooit meer kinderpartijtjes organiseren? Halleluja!
Woensdagmiddag is bij uitstek een middag om een kinderpartijtje te organiseren. Ben ik even blij dat ik daar vanaf ben.
Van de week had ik tussen mijn werk en een afspraak in de avond geen tijd om thuis te eten. Dus deze moeder maakte een pitstop bij de Burger King. Niets om je voor te schamen, vind ik. Ik genoot dan ook van mijn Whopper en curly fries.
Waar ik wat minder van genoot was die groep jongetjes die de boel op stelten zetten. Blijkbaar was een van die ventjes jarig en werd het kinderpartijtje afgetopt met een rondje Burger King. Hartstikke lief bedacht van pa en moe, maar mijn hemel… alsof er een horde sprinkhanen naar binnen was gekomen.
Dertien kereltjes die strak stonden van de adrenaline. Wat een kabaal zeg, niet gewoon meer. Er was er ook niet één die luisterde naar de instructies van pa en moe. Zelfs niet naar die van opa en oma die ter assistentie waren meegenomen.
Oma riep wel tien keer dat de jongens moesten gaan zitten, maar er was er niet een die reageerde. Moeders stond in de rij voor de burgers en patat. Er zat blijkbaar ook een jochie in de groep met een glutenallergie. Die moest dus iets anders eten dan de rest. En toen was het hek van de dam en wilde niet een jongetje meer hebben wat er voor zijn neus werd gezet.
Moeder had net voor een godsvermogen dertien maaltijden af staan rekenen en probeerde wanhopig om alle bekers cola in een keer tussen die krioelende ventjes door naar de tafel te brengen. En opeens riep pa met barse stem dat iedereen zijn mond moest houden, waarop hij door dertien verschrikte gezichtjes werd aangekeken. Maar stil waren ze wel, een beetje. Dat vonden ze niet gezellig.
Dat waren ze zeker niet gewend, zo’n boze vader. Of misschien vonden ze het heel normaal, dat ze gillend en rennend door de Burger King mochten sjezen. Ik werd in ieder geval knettergek van de herrie en was haast in staat om er stiekem eentje te laten struikelen. Heb ik niet gedaan natuurlijk. Echt niet… hand op mijn hart.
Ik moest denken aan al die partijtjes die ik samen met mijn meneer voor onze kids geregeld heb. Ka-pot waren we aan het einde van zo’n middag, als we al dat grut weer heelhuids bij hun eigen ouders hadden afgeleverd.
Wat was ik daar in die Burger King opeens blij dat ik van die kinderfeestjes af ben. Ach ja, die bloedjes van ons… alles voor de kindertjes, nietwaar?