Net als in de film

Ik had eens een vriendin die graag leefde als in films. Groots, meeslepend, en alles moest met grote gebaren; haar entree, feestjes, mededelingen, werk, omhelzingen, zelfs de manier waarop ze 85 keer per avond haar haar in model bracht gebeurde groots.

 

 

Met als gevolg natuurlijk dat het leven haar nogal tegenviel, omdat het echte leven nu eenmaal geen film is.

 

Ook lukten haar relaties nooit, omdat ze van een man nogal wat verwachtte. Hij moest óók zijn als in de film, maar de repetities moesten worden overgeslagen. Alles moest er in één keer perfect op staan, en scènes mochten nooit over. En zo werkt het natuurlijk niet in het echte leven. Daar valt een scène nog weleens tegen. Maar als je dan het script weer leest, en dat bevalt je nog, dan maak je de film gewoon af.

 

Toch was ik ook weleens jaloers op haar. Zij deed altijd alleen wat zij zelf wilde. Ze kon haar huis inrichten zoals zij dat wenste, op vakantie gaan waar en wanneer ze maar wilde, geld uitgeven aan wat ze maar bedacht, enzovoort. Er was nooit iemand die dwarslag.

 

En toen kwam corona. Toen kon niemand nog doen wat hij wilde, en wat was ik toen blij dat ik iemand had om tegenaan te mopperen daarover. Iemand waarmee ik een leuk gesprek kon hebben tijdens de lockdowns, waarmee ik (dan maar) thuis iets kon drinken als de kroegen weer dicht waren, en waarmee ik samen kon hangen op de bank die ik verfoei, maar die hij zo mooi vond.

 

Iemand met wie ik het echt niet altijd eens ben, maar die mij wel hielp met het opvoeden van onze kinderen, die een inkomen had als ik dat even niet had (en andersom), bij wie ik kon uithuilen, mijn lelijke ik mag laten zien, en met wie ik samen naar huis rijd na een vervelend (of juist leuk) feestje. Maar met wie het dus nooit eens ging zoals in de film. Echt nooit! En daarom vond mijn vriendin mijn man maar niks, en dat liet ze me graag weten. Hij was te saai en te gewoon, of niet mooi, rijk of apart genoeg en… nou ja, ik heb van alles gehoord waarmee ze mannen van anderen beschreef, en die van mij viel daar ook onder. En ze moest er niet aan denken om met zo’n man te leven.

 

Alleen had ik de afgelopen drie jaar ineens het gevoel tóch nog in een film te zijn beland. Maar dan een horrorfilm. En goddank speelde ik daar dus wel in met mijn (in haar ogen) doodsaaie man. Ik had deze jaren niet graag in mijn eentje doorstaan. Er waren gelukkig ook nog aardig wat mooie dingen (en heel lieve dingen, dankzij onze vrienden), maar het leedgehalte was naar mijn smaak iets te hoog de afgelopen jaren. En nu komt er gelukkig weer wat rust.

 

Nu lijkt alles weer een beetje op zijn plaats te vallen, is alles wat mis kan gaan nu wel zo’n beetje misgegaan, en lijken de zaken die je zogenaamd “een plekje moet geven” hun bestemming wel te hebben gevonden. Tijd voor rust, dus.

 

Maar toen ik afgelopen maandag, na storm Corrie, mijn tuin liep op te ruimen, had ik weer het gevoel dat ik een film was beland. Mijn lievelingsstruik was volledig aan gort gewaaid en mijn tuin leek meer op een oorlogsgebied dan op een plek om te chillen. Zo sneu. En ik kon na het opruimen ook al niet douchen, omdat de cv-ketel, die de vrijdag ervoor was vervangen, verkeerd bleek te zijn geïnstalleerd. Gadver.

 

Gelukkig kwam de installateur maandag meteen weer terug. En toen hij klaar was, en ik nog wat puin had geruimd in het oorlogsgebied, kon ik daarna gelukkig weer lekker (warm) douchen.

 

Maar ik heb, voor de zekerheid, toch alle popcorn die ik in huis had maar weggemieterd.

 

Mijn leven mocht eens denken dat het pauze was, in plaats van het einde van die slechte film.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke