Miloe heeft haar zoon niet laten testen

 

Miloe: Misschien zou een stempel meer begrip opleveren bij anderen. Dachten we. En er is best vaak geopperd dat we een gedragstest moesten doen. En toch… nee.

 

 

Waarom we hem niet hadden laten testen? Ja natuurlijk liepen we het risico op een stempel, maar dan wisten we wel hoe met hem om moesten gaan. Het had hem en zijn vrouw erg geholpen toen bij hun jongste zoon Asperger werd vastgesteld. Hij neemt een slok van zijn biertje en staart voor zich uit. Ik wil net wat terugzeggen als ik een por in mijn rug voel. ‘Ha schat. Ben je klaar met voetballen?’ ‘Ja, gaan we eten?’ Ik knik en excuseer me licht opgelucht bij mijn gesprekspartner, ik heb geen zin in een verdere discussie over labels en diagnoses. In de rij voor het buffet vervloek ik inwendig mijn eerlijkheid. Vertellen dat het niet altijd vanzelf gaat met je kinderen, benoemen waar het wringt, het maakt de hulpverlener in anderen wakker. Direct wordt er gestrooid met adviezen, wijze raad en oplossingen. Terwijl er soms niets opgelost hoeft te worden.

 

Het is niet de eerste keer dat iemand een gedragstest suggereert. De opvoedcoach die we jaren geleden inschakelden, opperde al vrij snel een stoornis in het autistisch spectrum. Toen ik na het gesprek met haar de lijst symptomen bekeek, voelde ik opluchting. Nu snap ik het! Om me een dag later af te vragen hoe het kon dat ik mijn kind beter begreep na het lezen van een rijtje kenmerken. Ik besefte dat ik herkenning verwarde met begrip, herkenning gaf troost, ik was niet de enige met zo’n kind. Bovendien, als er iets met hem was, lag het niet aan mij dat het soms thuis niet liep. Dat hij vaak explodeerde. Wegliep als het moeilijk werd. Dat het veel energie kostte om hem ’s avonds in bed te krijgen (‘ik kan niet meer lopen, ik ben dood’) en hem ’s ochtends uit bed te krijgen (‘ik kan niet meer lopen, ik ben dood’). Een stempel zou veel dingen makkelijker maken. Zijn gitaarleraar zou minder mopperen als hij weer eerst zijn gitaar uitpakte en dan pas zijn voetenbankje pakte, we hadden extra hulp gekregen op school, de dure weerbaarheidstraining werd vergoed. Maar ik wilde geen stempel, geen label, geen sticker. Want er was niks aan de hand met hem behalve dat hij niet automatisch deed wat volwassenen van hem vroegen.

 

Vertellen dat het niet altijd vanzelf gaat met je kinderen, maakt de hulpverlener in anderen wakker

 

In de rij van het buffet leunt mijn zoon tegen me aan en gluurt naar de schermpjes van de jongens voor hem. Ik gluur naar hem. Tot mijn schouders komt hij inmiddels, zijn schoenmaat nog maar een cijfer kleiner dan de mijne. Hij had wat aanmoediging nodig, maar ging uiteindelijk voetballen met de onbekende, oudere jongens. Ik aai trots door zijn haar, en denk ik terug aan een bijeenkomst waar ik een column voorlas over de opvoedcoach en haar suggestie. Na afloop kwam er een jongen van een jaar of twintig naar me toe, aarzelend, verlegen. ‘Ik wilde even zeggen dat ik het goed vind dat je je zoon niet laat testen. Ik heb zelf als kind de diagnose autisme gekregen, daardoor heb ik nog steeds het gevoel gehad dat er iets heel erg mis is met me.’

 

Daarom besloot ik altijd eerlijk te blijven

 

Mijn zoon geeft me een bord aan. ‘Mag ik alles kiezen?’ Ik mompel instemmend, kijk hoe hij aarzelend een broodje pakt, een hamburger, wikt en weegt bij de aardappeltjes. Hij kijkt vragend naar me als hij is aangekomen bij vier bakjes saus. Ik glimlach, het mag. En op dat moment besluit ik altijd eerlijk te blijven. Want juist omdat we vooral praten over de dingen die goed gaan, de uitstekende schoolresultaten, de behaalde sportmedailles, de wervelende muzikale optredens, denken ouders met een kind dat vaak een driftbui heeft, opstandig is, heel verlegen, moeite heeft met concentreren, dat er iets mis is. Terwijl dat kind misschien vooral geholpen is als volwassenen wat meer naar zichzelf durven kijken.

 

 

 

 

Door: Miloe van Beek

Freelance journalist Miloe van Beek is wars van mooie plaatjes, en altijd op zoek naar het echte verhaal. Ze is chronisch chaotisch, heeft geen enkel paar dezelfde sokken, maar wel twee luidruchtige kinderen, een ongehoorzame hond, twee katten en een man met een carrière.

Fotografie: Nikita Holst

Afbeelding van Miloe van Beek