‘Mijn zoon is een narcist’
‘Natuurlijk blijft je kind altijd je kind, maar mijn zoon maakt het mij soms lastig.’
‘En dat bedoel ik met de liefde in mijn hart, heus. Maar hij is geen makkelijke man geworden. “Hij lijkt behoorlijk op een narcist met narcistische trekjes”, zei een vriendin laatst. Ze kwam wat kattig uit de hoek en ik werd er kwaad om. Hoezo zegt ze dat zo bot? Maar uiteindelijk ging ik ’s avonds thuis toch googelen. Wat is een narcist? Wat is narcisme? Opeens vielen alle puzzelstukjes op hun plaats. Mijn vriendin heeft hartstikke gelijk: dit is Tom. Hij is manipulatief en denkt vooral in de eerste plaats aan zichzelf.
Hij zit ook nooit fout, hij heeft altijd gelijk, met wat we ook doen. Waar we ook heen gaan, hij weet alles beter. Op een vervelende manier, merken we de laatste jaren. Het is een man zonder partner, en dat begrijp ik als moeder soms wel. Het is wellicht hard om te zeggen, maar in de omgang is hij niet altijd sociaal. Hij kan moeilijk een gesprek voeren omdat hij het liefst naar zichzelf luistert en nogal vol is van zijn eigen grappen en verhalen. Zolang je met hem meepraat gaat alles goed, maar ja… Is dat nou echt contact hebben met iemand? Vraagt hij ooit aan mij hoe het met mij gaat? Nee.
Mijn zoon is altijd bezig met succes en prestige. Hij wil aanzien in zijn corporate baan in de bankierswereld, wat ik hem van harte gun hoor. Maar het is als moeder best pijnlijk om te zien dat we weinig diepgaand contact hebben. Wat ben je dan voor moeder? Heb je dan gefaald in het leven, als je eigenlijk weinig te bespreken hebt met je kind? Of kunnen wij ouders er niets aan doen? Narcisme lijkt iets te zijn wat niet wordt bepaald door de opvoeding. Tom was als kind al graag op zichzelf en lekker koppig, maar ja, wat zoek je daar nou achter? Ik hou van hem zoals hij is. En in de kindertijd was het allemaal nog goed te praten, maar nu hij volwassen is, begint pas de echte ellende.
Wat ik denk ik het moeilijkst vind aan mijn narcistische zoon is dat hij geen empathie kan tonen. Hij kan zich niet voorstellen hoe soms iets voor mij is, of voor zijn zus of vrienden. Het boeit hem niet zo, die gevoelens van anderen. Het is de wereld van Tom waarin we leven en de zon draait om Tom heen. Natuurlijk is het een man die met veel wegkomt, want hij heeft wel een grote vriendengroep en is de gangmaker op een feestje. Hij is ijdel en ziet er verzorgd uit. Op het eerste oog merk je weinig aan hem. Ergens is hij dus wel sociaal, maar wel meer op de oppervlakte. En dat merk je pas als je heel dicht bij hem staat. Eerlijk gezegd heb ik er best vaak verdriet om. Want het lijkt toch op een bepaald soort sociale stoornis, een persoonlijkheidsstoornis. Misschien is het wel een ziekte te noemen? En als je kind ziek is, mentaal of fysiek, dan mag je daar om huilen, toch?’