‘Mijn piepjonge stiefmoeder laat mijn oude vader nu keihard vallen’

 

Carole had altijd al zo haar bedenkingen bij haar jonge stiefmoeder, maar nu haar vader dement is blijkt haar voorgevoel te kloppen.

 

 

 

‘Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik een jaar of twintig was. Volgens mijn moeder was mijn vader een notoire vreemdganger met een voorkeur voor jonge vrouwen. Vrouwen die maar een paar jaar ouder waren dan ik. De scheiding was nog maar net uitgesproken of hij kwam met de ene nieuwe vriendin na de andere op de proppen. Vrouwen die inderdaad qua leeftijd niet zoveel met mij scheelden. Ik geneerde me rot voor het gedrag van mijn vader en al helemaal als ik hem zag knuffelen met zijn nieuwe liefde, dan wist ik niet waar ik kijken moest.

 

Na een paar jaar stelde hij me zijn zoveelste nieuwe vriendin voor. Ik nam deze relatie totaal niet serieus en verwachtte eigenlijk dat het na een tijdje wel weer over zou gaan. Maar deze jonge dame van 36 had blijkbaar haar zinnen gezet op een 59-jarige man met een carrière en zijn geld, want ze bleef.

 

Nanette was maar acht jaar ouder dan ik. Ze trok al snel bij mijn vader in en binnen de kortste keren was ze zwanger. Mijn vader was apetrots op zijn tweede leg en zijn jonge tweede echtgenote. Haar ticket naar een financieel zorgeloos leven was binnen, helemaal toen ze vlak voor de bevalling nog even met mijn vader trouwde. Gelukkig was hij wel zo wijs om op huwelijkse voorwaarden zijn ja-woord te geven. Zo bleef een deel van zijn riante erfenis gereserveerd voor mij, zijn eerste kind. Hoewel ik wel zo mijn bedenkingen had bij de intenties van Nanette, zag ik dat mijn vader gelukkig was. Bovendien was ik druk met mijn eigen leven en ik voelde me niet geroepen om wekelijks bij mijn nieuwe stiefmoeder op de koffie te gaan.

 

Inmiddels is mijn vader een fragiele, dementerende patiënt met Parkinson. Er is niet veel meer over van die flamboyante man waar mijn stiefmoeder destijds voor viel en dat is ook te merken. Ze ging altijd al haar eigen gang met lunches en golftoernooien en huurde tot voor kort een betaalde mantelzorger in die de hele dag thuis op mijn vader paste. Maar omdat mijn vader zo hard achteruitging moest hij uiteindelijk in een verpleeghuis worden opgenomen, waar hij iedere dag woedend probeert om weg te komen. Ik probeer hem twee keer in de week te bezoeken en het is hartverscheurend om te zien hoe hij eraan toe is. Bovendien ben ik erachter gekomen dat Nanette en mijn halfbroertje eigenlijk niet meer naar hem omkijken. Ze vinden het te zwaar om hem zo te zien aftakelen, zeggen ze. Nanette kan de zorg voor mijn oude vader niet meer opbrengen. Ze heeft genoeg gedaan, vindt ze.

 

Om het allemaal nog erger te maken ben ik er kortgeleden achter gekomen dat Nanette op slinkse wijze de huwelijkse voorwaarden om heeft weten te zetten naar een huwelijk in gemeenschap van goederen. Toen ik mijn vader daarnaar vroeg op een van de spaarzame heldere momenten die hij nog heeft, zei hij huilend dat hij dat wel moest. Nanette dreigde om hem al veel eerder in een verpleeghuis te stoppen als hij daar niet aan mee zou werken. Ik zat letterlijk naar adem te happen toen hij dat zei. Dat betekent dus dat als mijn vader komt te overlijden Nanette tot aan haar eigen dood het vruchtgebruik van het vermogen van mijn vader heeft en ik totaal geen recht op een erfenis heb. Ze kan, nu mijn vader achter slot en grendel zit, met zijn geld doen wat ze wil. Er is niemand meer die dat kan controleren.

 

Inmiddels heb ik een advocaat en een notaris in de arm genomen om te kijken of ik nog iets kan doen om dit terug te draaien, maar ze geven me allebei weinig kans. Mijn piepjonge stiefmoeder laat mijn oude vader keihard vallen en ik heb het destijds heus wel goed aangevoeld. Blijkbaar zat ze toch achter zijn geld aan. Hoe berekenend kan je zijn? Achter die engelachtige glimlach zat dus al die tijd een wolf in schaapskleren.’