‘Mijn moeder vroeg me altijd om thuis bij haar te blijven’
‘Totdat ze me op een dag niet meer nodig had.’
‘Omdat mijn vader als kapitein in de scheepvaart werkte en daardoor meestal van huis was speelde mijn leven zich voornamelijk alleen met mijn moeder af. Toen ik klein was vond ik dat overigens helemaal prima, want mijn moeder was mijn alles. Ik hield veel van haar – en zij van mij, daar twijfelde ik niet aan. Hoewel het nooit een vrouw van veel woorden is geweest – eigenlijk praatte ze heel weinig – en ook nooit boos werd, oefende ze toch heel veel druk op me uit. ‘Blijf gezellig thuis, bij mij,’ zei ze altijd als ik met een vriendinnetje af wilde spreken, ‘dan ben ik tenminste ook niet alleen.’ Het gevolg was dat ik, net als zij, nooit vriendinnen had en altijd thuis was met mijn moeder. In feite was ik al heel jong, net als zij, een loner – met de weinige familieleden die ze überhaupt had, is het contact namelijk totaal verwaterd en vrienden of vriendinnen heeft ze, voor zover ik weet, ook nooit gehad.
Ik was net tien geworden toen mijn moeder me vertelde dat ze was gescheiden van mijn vader. Als enige reden gaf ze op dat ze een nieuwe man had ontmoet die veel leuker was. Die man werd al heel snel na de scheiding haar nieuwe echtgenoot en mijn stiefvader en vanaf dat moment werd alles anders. Ik deed er voor mijn moeder totaal niet meer toe. Ze zag me niet eens meer staan, zo ging ze op in haar nieuwe liefde. Het werd me in die tijd pijnlijk duidelijk dat ik voor haar nooit meer was geweest dan een middel om haar eenzaamheid op te vullen en dat er van echte liefde onmogelijk sprake geweest kon zijn.
Om de ellende zo mogelijk nog groter te maken, had haar nieuwe man al snel meer belangstelling voor mij dan voor mijn moeder en dat bedoel ik niet positief. Op mijn veertiende liep het tussen hem en mij zodanig uit de hand, dat mijn moeder mij verzocht om het huis te verlaten. Het laatste wat ik toen tegen mijn moeder zei was dat ze vast en zeker heel eenzaam zou eindigen. Daarmee was het klaar.
Via via hoorde ik dat haar nieuwe man haar niet lang na mijn vertrek verliet voor een jongere vrouw en dat mijn moeder vanaf die dag als een kluizenaar door het leven ging. Ze liet niemand meer binnen en sprak niemand meer. Heel sporadisch belde ze mij nog wel maar zo’n gesprek duurde hooguit twee minuten en als ik erover begon om toch maar weer eens af te spreken, werd het gesprek meteen afgekapt.
Op een dag kreeg ik een telefoontje dat ze dood gevonden was in haar huis en dat ze daar al een behoorlijk tijdje gelegen had. Haar ramen waren afgeplakt met plastic, haar huis was vervuild en er was helemaal niets eetbaars gevonden. Na haar dood kwam ik erachter dat ze altijd een groot trauma met zich mee had getorst. Ze had een oorlogsverleden dat er niet om loog, haar ouders stonden bekend als wrede en harteloze mensen en voor mijn geboorte was ze zwanger geweest van een tweeling die dood geboren was. Hoewel ik haar ooit toewenste dat ze eenzaam zou eindigen, was dit nooit het scenario dat ik daarbij bedacht zou hebben. Dit is namelijk het laatste wat ik haar gunde. En toch had niemand haar kunnen helpen. Alle hartzeer had ze zo goed verstopt dat het haar heeft verstikt.’
Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.
Heb jij een moeder-dochterverhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.