‘Mijn ex beschuldigt mij van diefstal’
Als Sara’s voormalige schoonmoeder overlijdt, worden haar spulletjes uitgezocht. Maar dan blijkt dat er een sieraad mist.
‘Op de kast staat nog steeds de rouwkaart van mijn schoonmoeder Mieke. Of eigenlijk moet ik zeggen dat het mijn voormalige schoonmoeder is, omdat mijn ex en ik uit elkaar zijn. Een paar weken geleden is ze na een lang ziekbed overleden. Terwijl ik naar de zwartwitfoto kijk hoor ik haar bulderende lach weer. We konden het erg goed met elkaar vinden, zo goed zelfs dat Mieke graag wilde dat ik bij haar bleef komen toen haar enige kind Ben en ik besloten om te gaan scheiden.
Ben heeft daar altijd heel veel moeite mee gehad, vooral ook omdat mijn schoonmoeder het niet zo ophad met zijn nieuwe liefde. Iets waar ik diep van binnen best wel veel plezier om had. Helemaal omdat ik haar verantwoordelijk houd voor het om zeep helpen van mijn huwelijk. Uiteraard kon mijn ex er niets aan doen, hij was gewoon verliefd geworden op een ander en wilde met haar verder. Maar mijn schoonmoeder had er geen goed woord voor over en koos direct partij voor mij. Dat zorgde voor de nodige irritatie bij Ben, maar daar had ik niets mee te maken, vond ik.
Om de zoveel tijd bezocht ik Mieke in haar kleine aanleunwoning. Ik nam dan een paar gebakjes mee en zo kletsten we een uurtje gezellig bij. Het viel me de laatste keren wel op dat ze zo was afgevallen en na het bezoek aan de huisarts en de specialist viel het zwaard van Damocles. Mieke was ongeneeslijk ziek, er was niets meer aan te doen. Gelukkig bleef ze tot het eind helder van geest en heb ik nog op een heel fijne manier afscheid van haar kunnen nemen. Die laatste keer dat ik bij haar was zag ik aan haar gezicht dat ze pijn had, toen ze langzaam naar haar stoel schuifelde. Maar sterk als ze was wilde ze niet dat ik haar zielig zou vinden. Terwijl ik haar het schoteltje met een roomsoes aangaf knikte ze met haar hoofd naar een klein blauw doosje op het dressoir naast haar. ‘Die is voor jou’, zei ze. In het doosje zat een prachtige ring met een groene steen van jade.
Verbaasd keek ik haar aan, dat kon ik toch zeker niet van haar aannemen? ‘Ach meid,’ zei ze, ‘ik kan ‘m toch niet meenemen naar de hemel en ik wil graag dat je af en toe nog aan me denkt als ik er niet meer ben.’ Ik voelde de tranen achter mijn ogen prikken toen ik de ring aan mijn vinger schoof. Hij paste precies. ’En zeg maar niks tegen die zoon van me’, lachte ze nog.
Maar dat had ze maar beter wel kunnen doen, want een paar dagen geleden belde Ben me opeens op. Ik had hem natuurlijk wel gezien op de uitvaart, maar heb hem toen alleen snel gecondoleerd met het verlies van zijn moeder. Zijn nieuwe vrouw stond naast hem en was er overduidelijk niet van gediend dat ik op het afscheid van Mieke was. Ik was dus wel benieuwd waarom Ben contact met me zocht. Maar erg vriendelijk klonk hij niet toen ik vroeg hoe het met hem was. Hij reageerde erg kortaf en kwam meteen ter zake. Dat hij bezig was om de spullen van zijn moeder uit te zoeken en dat hij een ring uit haar sieradenkistje miste. Eentje met een groene steen van jade.
Toen ik hem vertelde dat zijn moeder die de laatste keer dat ik haar zag aan mij cadeau had gedaan werd hij woedend. Hoezo had Mieke die aan mij gegeven? Daar geloofde hij geen barst van, want het was haar verlovingsring die ze van zijn vader kreeg toen hij haar ten huwelijk vroeg. Die zou ze nooit zomaar aan iemand weggeven. Of ik wel wist dat zijn moeder in de laatste weken van haar leven door de medicijnen vergeetachtig was? Hij zei dus eigenlijk dat ik die ring gestolen had en dat hij hem per direct terug wilde hebben. Op de achtergrond hoorde ik zijn vrouw lispelen dat ze anders aangifte bij de politie zouden doen.
Stomverbaasd hoorde ik het allemaal aan. Waren ze nou helemaal gek geworden? Mieke deed mij die ring met haar volle verstand cadeau, er was op dat moment echt niks met haar geheugen aan de hand. Maar als hij erop stond dan kon hij de ring meteen komen halen. Geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om het sieraad te houden. Hoe verzon hij het, alsof ik een ring zou stelen van een zieke oude dame.
Ik denk dat Ben er na al die jaren dat wij uit elkaar zijn nog steeds moeite mee heeft dat zijn moeder sinds onze scheiding aan mijn kant stond. Het is maar goed dat ze deze idiote situatie niet meer mee kan maken. In mijn hoofd hoor ik haar bulderende lach, maar ik denk dat Mieke zich in haar graf om zou draaien als ze dit zou weten.’