“Mijn baas wil dat ik weer naar kantoor kom, maar ik vind het prima zo”

 

Manon was vlak voor de coronacrisis op zoek naar een nieuwe baan, tot ze ineens verplicht vanuit huis moest werken. Haar baas wil dat ze weer naar op kantoor komt werken, maar daar zit Manon niet op te wachten.

 

“Ik doe mijn werk al acht jaar zoals het hoort. In het begin bulkte ik van de energie, al zeg ik het zelf. Ik kreeg een kick van de grote deals die ik sloot, bedacht idee na idee, werkte nachten door als het zo uitkwam, maar daar kwam na twee jaar de klad een beetje in. Nieuwe mensen bedachten mooiere plannen volgens mijn manager, die van mij werden steeds vaker genegeerd, ik voelde me niet origineel genoeg meer en de rush verdween. Maar ik had een baan, elke maand salaris op mijn bankrekening en genoeg vakantiedagen om leuke reisjes te maken. Mijn hoofd stond naar trouwen, een kind krijgen en verhuizen naar dat ene waanzinnige huis net buiten de Ring. Dus deed ik dat en werkte ik ondertussen door, maar de liefde voor mijn werk was over.

 

Het moest anders, dus besloot ik in januari dat ik dit jaar voor een andere baan zou gaan. Niet van de ene op de andere dag, maar eerst goed nadenken over wat ik wilde. Want die Zuidas kwam me de neus uit en eigenlijk bleef ik maar denken aan die ene stage bij tv van vroeger. De creativiteit gierde daar altijd door het het bedrijf, de mensen renden omdat ze wilden en niet omdat ze moesten. Maar toen kwam de coronacrisis…

 

‘Werk zoveel mogelijk thuis als dat kan’, waren verlossende woorden voor me. Ik belde metéén mijn zus op om mijn opluchting te delen. Alleen was zij wat voorzichtiger dan ik. Dat ik niet wist hoe lang het zou gaan duren, dat mijn baas me uiteindelijk weer op kantoor wilde hebben en vooral: dat de nieuwe banen nu echt niet meer voor het oprapen lagen. Ze zei het allemaal, maar ik wilde haar niet horen. Ook al was het maar tot 6 april, ik was even los van dat ingedutte kantoor met elke dag hetzelfde praatje bij het koffiezetapparaat via die dodelijk saaie autorit en ik was vooral even verlost van mijn overijverige, hijgerige manager. Het klonk als vakantie.

 

Op dag twee aan mijn bureau in mijn werkkamer kreeg ik een pakket met instructies in mijn werkmail met wat wel maar ook niet te doen nu we thuis aan het werk moesten. Het was precies dit soort eisenlijstjes waardoor het plezier uit mijn werk werd geramd. Twee keer per week een online meeting met het team, één keer per week een exclusief momentje met de manager. Maar ik vond het nog steeds een feestje, als ik ’s morgens maar niet door die draaideur dat grijze kantoor in hoefde. De verlenging tot waarschijnlijk 1 juni kwam als een cadeautje. Ook al baalde ik dat de kleintjes pas op 11 mei weer naar school gingen, want die klommen inmiddels tegen de muren omhoog. En ik dus soms ook.

 

Ik zag ondertussen wel minder vacatures waar het door begon te kriebelen. De berichten op het nieuws over de economische krimp maakten me een beetje onzeker. Want de kans op een leuke functie werd minder. Het credo werd: vasthouden die baan, als je er eentje hebt. Maar dat was niet wat ik voor mezelf bedacht had, ook al begreep ik wel dat het verre van handig was om nu de stekker uit mijn baan te trekken. Maar het thuiswerken gaf me wat ruimte, het werd draaglijk.

 

Maar toen kwam het telefoontje: mijn werkgever wil dat ik binnenkort weer naar kantoor kom. Ik woon op fietsafstand, ook al ga ik normaal met de auto, waardoor ik in de eerste groep val die op locatie aan het werk mag. Het hele gebouw is ingedeeld in werkzones, alles is afgeplakt, door het eenrichtingsverkeer loop je weinig kans collega’s tegen te komen en meetings zijn alleen met maximaal twee personen toegestaan. Maar ik wil niet, ik zou zelfs nog liever verhuizen uit mijn fijne huis en heerlijke wijk om te zorgen dat ik niet op de fiets naar kantoor kan en hoef.

 

Over een week moet ik weer en ik kan niets bedenken om er onderuit te komen, behalve mijn baan opzeggen en dat zit er nu dus niet in.”

 

 

In deze ongewone tijd vroegen we mensen om hun eerlijke verhaal. Om anderen niet te kwetsen is de naam van Manon aangepast.