Mevrouw Breek was gek op geld
Want op de plek waar bij andere mensen een hart zit, zat bij Johanna een portemonnee.
Wel eens nagedacht over de vraag hoeveel vrouwelijke seriemoordenaars Nederland kent? Welnu, de eerste is Maria Catharina Swanenburg (1839), alias Goeie Mie. Die vergiftigde meer dan honderd van haar buurtgenoten in Leiden nadat ze een levensverzekering op hen afsloot en 27 van hen overleefden die aanslag niet. Op de tweede plaats staat met stip Johanna Maria Breek en over haar verscheen van de week een boek dat zich laat lezen als een thriller van de bovenste plank.
Johanna Maria Breek was psychopaat, meesteroplichter, manipulator eerste klas, charmeur en een ster in het spelen van de vermoorde onschuld. Er was slechts één ding waar ze meer van hield dan van aandacht en van zichzelf en dat is geld. Want op de plek waar bij andere mensen een hart zit, moet bij Johanna een portemonnee hebben gezeten, zo wordt verondersteld. Want dat het kan verkeren dat een vrouw om wat voor reden dan ook moet besluiten haar man te laten ombrengen, daar kunnen we nog wel inkomen. Maar dat een vrouw haar man ijskoud aangeeft en er zelfs niet voor terugdeinst haar bloedeigen zoon de dood in te jagen gaat elk inlevingsvermogen ver te boven.
Haar gruweldaden spelen in het Rotterdam van de oorlogsjaren waar Johanna Maria woont met haar Joodse man Philip en hun zoon Max. Johanna Maria’s honger naar geld brengt haar ertoe om na het bombardement een praktijk als waarzegster op te zetten waarbij ze mensen simpelweg vertelt wat ze willen horen (meisjes zullen steevast trouwen met een ‘zonderlinge vreemdeling’ en hun metgezellen zullen ‘het geluk aan hun zijde’ zien) en het tarief verdubbelt als ze nog meer willen horen. Haar praktijk loont. Maar nooit genoeg. Dus als ze hoort dat elke Jood die wordt aangegeven bij de Duitsers zeven gulden vijftig oplevert begint ze met haar man en breidt die kring successievelijk uit naar haar man’s familie en vriendenkring en uiteindelijk ook hun zoon. Tegen die tijd zijn Joden zo schaars geworden dat het tarief is opgelopen tot maar liefst vijftien gulden per stuk.
Na de oorlog wordt Johanna Maria wel gepakt, maar nooit veroordeeld voor de dood van haar slachtoffers die ze immers niet met eigen hand ombracht doch ‘slechts’ aangaf. Al met al zijn dat er nogal wat: met zekerheid minstens twintig maar waarschijnlijk veel meer. En dat allemaal door een niet te stillen honger naar geld en een totaal gebrek aan geweten. Er zijn criminelen die levenslang tegen zich hoorden eisen voor het laten omleggen van minder mensen.
Mevrouw Breek,
Kim Heijdenrijk,
Just Publishers, €20,-.
Bron: Nieuwe Revu