Vliegen
met Flo
May: Vliegen. Met kinderen is dat een klus. Een ‘dingetje’ zoals we dat tegenwoordig ineens allemaal noemen. Zonder dat we dat hebben afgesproken en er over hebben vergaderd. Plotseling zeggen we allemaal: da’s een dingetje. Of: een uitdaging. Dat kan ook.
Vliegen met Flo is meer dan een dingetje of een uitdaging of hoe je het ook noemen wilt. Dit is topsport. Dat we het na de eerste keer nog aandurfden verdient een lintje. Op zijn minst een eervolle vermelding. Maar goed, we moesten terug tenslotte.
En daarna besloten we dat we moesten vliegen. Op doktersrecept. Of onze vertaling daarvan. Hoe vaker we vlogen, des te makkelijker het zou worden. En ooit, na hele veel heen-en-weertjes naar Parijs en Puglia zou ze New York-proof zijn. Zelfs onze Flo.
Flo veilig de lucht in te krijgen, werd een gesammtprojekt van juffen, oppassen en de apotheker. Pictogrammen van brave kindertjes met hun gordels vast werden uitgeprint en geplastificeerd. Daar wapperde ik op gezette tijden mee.
Mijn favoriete apotheek in Parijs gaf me pilletjes tegen reisziekte met als bijzonder gewenst bij-effect dat ze je in licht comateuze toestand brengen. Dat zou onze redding worden. Ons ticket naar mooie, verre reizen. Ware het niet dat het pilletje zo onverteerbaar smerig was dat het gebrouwen leek door zeven op drift geraakte heksen. Zelfs al verstopte ik het pilletje in een pot Nutella, overgoot ik het met slagroom en besprenkelde ik het met hagelslag, Flo spuugde het uit. Ander bij-effect, stukken minder gewenst ook, was dat Flo me de rest van de vakantie wat eten betreft wantrouwde en niets wat uit mijn richting kwam ook maar overwoog om in de buurt van haar mond te brengen.
Deze week vliegen we naar Turkije. De langste vlucht uit haar kindercarrière. De dag van tevoren gaan we naar Jamin. Ieder meisje een zakje met een extra groot snoepje voor het moment dat we echt zullen opstijgen. Igoné kiest een muis, Belize een zoethoutje en Flo een surprise-ei. Normaal is het zaterdag kindersurprise-ei-dag. Dan loopt ze zelf naar Jos, de groentejuwelier slash surprise-ei goeroe op de hoek. Muntje in haar linkerhand, huppeltje in haar pas, maar deze prestatie in het vliegtuig mag beloond worden. Al is het vrijdag.
‘We vliegen naar de regenboog, mama. Gordels vast. Daar gaan we!’
Eigenlijk wil ik dat geliefde naast Flo gaat zitten. Hij heeft net even iets meer overwicht. Maar Flo schudt nee. Bij mama. Bij mama. De gordel gaat om, maar om haar knieën. Dat mag. Even. Maar als het lichtje gaat branden, moet hij om je buik. Het vliegtuig gaat harder, Flo vindt het eng. Maar hé, daar is een regenboog. ‘We vliegen naar de regenboog, mama. Gordels vast. Daar gaan we!’
Om de vlucht nog iets makkelijker te maken heb ik drie tweedehands iPads besteld. Voor elk meisje heb ik hun lievelings-apps gedownload en voor Flo stopte ik er stiekem nog wat didactische shizzle bij die ze zowaar leuk vindt. Hoera. Na een kwartier de letterlegger te hebben geoefend pakt ze haar boek. De Gruffalo. ‘Voorlezen mama’, luidt het bevel. Als het uit is, kijkt ze tevreden voor zich uit. Dat duurt precies tien seconden. ‘Opnieuw!’ Ik hoop dat mijn medepassagiers slapen of dat de vliegtuigmotoren mijn stem overstemmen. Of dat ze ook gewoon ontzettend van het verhaal van de Gruffalo houden en genieten van mijn interpretatie van de kleine, slimme muis die na zeventien keer voorlezen, het moet gezegd, snerpend strak is geworden. ‘Zijn we er al? Gaan we landen? Waar is het zwembad? Gaan we naar Haarlem? Hoe is het met de knuffels?’ Flo vindt het maar wat spannend allemaal en haar hoofdje staat op standje overstromen.
We zijn zeven keer naar de wc geweest en kennen de stewardessen inmiddels bij naam. Maar nu gaan we landen. En de gordel moet weer vast. Ik zie een traan. En nog een. Het surprise-ei is op dus die troef heb ik niet meer in handen. Ik zeg dat ze het goed doet. Dat we straks van de glijbaan glijden. ‘Maar eerst nog met de bus, mama!’
Ineens zie ik een lach onder haar neus met sproetjes. De wielen raken de grond. We zijn er. Als ik verlang naar de goede, ouwe tijd waarbij een veilige landing kon buigen op een stevig applaus, zwelt het op. Vanuit de achterkant van het vliegtuig. Luid en duidelijk geklap. Ik doe mee. Niet voor de piloot en zijn veilige landing, maar voor mijn kleine dappere Flo die het toch allemaal maar doet en aandurft. Man en andere meisjes klappen mee. Wij weten allemaal waarom. Dit belooft een heerlijke vakantie te worden.