Delen is vermenigvuldigen
Het is best een drempel die May-Britt over moest. Maar op een gegeven moment besefte ze dat ze beter over Flo kon vertellen dan het stilhouden. En dat heeft haar al heel veel positiefs opgeleverd.
Als je erachter komt dat er ‘iets’ is met je kind, ga je door verschillende stadia. Eerste fase is de totale ontkenning. Iedereen heeft het mis, maar dan ook echt iedereen en kijken jullie even naar je eigen kind/jezelf/je rare kruinen en je zweetsnor. Zo.
Daarna klop je aan bij de ik-kruip-in-mijn-holletje-fase. In mijn geval was dat de slaapkamer. Gordijnen dicht, filmpje op, heel veel kussens waar we in konden verdwijnen, een kind op schoot en twee aan mijn flanken gedrukt en mijn geliefde die de slaapkamer in komt lopen met een glas witte wijn ‘omdat ik dat wel kan gebruiken’. Die fase duurde bij mij heel lang en minstens een keer per week hebben we weer zo’n moment. Mijn dochters noemen dat inmiddels ‘slaapfeestje’ want er is ook weleens chips en popcorn in het spel. Dat slaapt inderdaad vreselijk daarna, maar een kniesoor die daar op let.
Na het holletje beleefde ik mijn coming-out die gepaard ging met een vergevorderde staat van emotionele incontinentie. Als je me vroeg of ik kinderen had, ging ik los over Flo. En ik stopte niet. In het geval ik je ooit een half uur lang heb lastiggevallen met mijn sores en mijn emmer ellende ongevraagd over je heb leeg gekieperd; mijn oprechte excuses. Ik kan ook best leuk en gezellig zijn.
Ik geloof dat ik nu in het hoofdstuk van acceptatie ben beland. Ik huil echt niet meer elke dag, en al helemaal niet meer acht keer per ochtend, en zal je niet zomaar meteen overstelpen met verhalen over ons bijzondere meisje. Wel zal ik je informeren als het nodig is. Ben ik in een speeltuin en zie ik kinderen verwonderd kijken naar mijn meisje die voor hen een aflevering van Mascha en de Beer in vloeiend Russisch (zo klinkt het tenminste) performt, loop ik naar ze toe en leg ik uit dat Flo ‘een beetje anders’ is. Toen wij een aantal jaar terug een klein huisje op het strand kochten, heb ik alle buren ingelicht. En de eigenaren van de strandtenten ook. Leek me wel zo handig dat ze weten wat haar cognitieve niveau ongeveer is (ze is negen maar denkt eerder als een vierjarige), dat ze het allemaal niet kwaad bedoelt en dat ze haar alsjeblieft naar mij sturen als ze het irritant vinden. Dat laatste gebeurt eigenlijk nooit, want mensen zijn vaak vereerd als Flo hen op een bezoekje trakteert. En ja, een woordelijk verslag van de laatste aflevering van Barbapapa pakken ze dan ook meteen maar weer even mee.
Twee weken geleden zat ik in de auto van werk naar huis. Mijn vader was met de meisjes naar het strand gegaan. Even zwemmen na school. Even de voetjes in het zand. En ongetwijfeld ook even een softijsje eten. Met zonder spikkels voor Igoné en met met spikkels voor Flo en Bel. Ik word gebeld door een nummer dat ik niet ken. Vaak een reden voor mij om hem even te laten gaan, maar nu neem ik op. Het is Warner, van de gelijknamige strandtent. Of het zou kunnen dat mijn dochter voor zijn strandtent loopt. Zijn strandtent is best ver weg van ons huisje maar het kan. Ik bel mijn vader. Hij had al het vermoeden dat Flo verdwenen was, heeft de twee andere natte meisjes in Olympisch tempo in hun kleren gehesen en holt al richting strandtent. Ondertussen bel ik Warner weer. Mijn hart knalt bijna uit mijn shirt. Dat ik geen zorgen moet hebben. Hij houdt een oogje in het zeil. Al wandelt ze wel richting het dorpje en duldt ze geen tegenspraak.
Mijn vader stuurt mij een alles-is-ok-bericht, dankt alle behulpzame mannen en sluit Flo in zijn armen
Als mijn vader in de buurt komt, staan de mensen van de reddingsbrigade opgelijnd. ‘Uw kleindochter loopt daar meneer. We volgen haar hoor, geen zorg.’ Ondertussen komt onze gepensioneerde strandbuurvrouw aanrennen met de schoentjes van mijn jongste dochter. Die was mijn vader in de haast natuurlijk vergeten.
Mijn vader stuurt mij een alles-is-ok-bericht, dankt alle behulpzame mannen en sluit Flo in zijn armen. Waarom ze nou toch was weggelopen. ‘Ik wilde een boekje kopen. Voor mama.’ Dat had ze in de auto op de heenreis al gezegd. Twee belangrijke lessen van de dag. Eén: als mijn meisje iets in haar hoofd heeft, zal het gebeuren ook. De tweede en belangrijkste: delen is vermenigvuldigen. Al was ik een ramp in wiskunde, ik geloof dat ik hier inmiddels best goed in ben geworden.
En Warner, jij krijgt een fles wijn. En chocola. En applaus.
May-Britt Mobach is hoofdredacteur van Amayzine.com, voor Franska.nl schrijft ze over haar bijzondere gezin.
Fotografie: Esmee Franken, visagie: Linda van Iperen, haarstylist: Mandy Huijs