Courgettespaghetti met rauwe tomatensaus
Voor 2 personen
- 400 g kerstomaatjes
- zout, peper
- 10 blaadjes basilicum, in reepjes gescheurd
- 3-4 el olijfolie
- 2 lange dunne courgettes (bijvoorbeeld 1 gele en 1 groene)
- 50 g vers geraspte Parmezaanse kaas
Snijd de tomaatjes zo klein mogelijk en meng ze in een schaal met zout en peper naar smaak, de basilicum en olijfolie. Laat de smaken 15 min. intrekken. Snijd de ongeschilde courgettes met de Spirelli in lange dunne linten en dompel ze circa 30 seconden in ruim kokend water met zout, tot ze beetgaar zijn.
Laat ze snel uitlekken in een vergiet en dep ze droog in een schone doek. Schep ze door de tomatensaus in de schaal en serveer direct. Strooi aan tafel de kaas erover.
Rösti van wortel en rode biet
Voor 2-4 personen
- 1 flinke wortel
- 2 rauwe rode bietjes
- 40 g geraspte komijnekaas
- 1 el fijngesneden verse koriander
- 2 eieren
- zout, versgemalen peper
- 40 g verse geitenkaas
- 1 flinke el fijngesneden bieslook
- 3-4 el olijfolie
Snijd de wortel en de bietjes met de Spirelli in lange dunne linten, maar houd beide groenten apart.
Meng de wortel met komijnekaas, koriander, 1 ei en zout en peper naar smaak. Roer alles goed door elkaar. Roer door de biet de verkruimelde geitenkaas, de bieslook, 1 ei en zout en peper naar smaak.
Bak van beide groentemengsels in gedeelten in een hete koekenpan (circa 26 cm doorsnede) in olijfolie kleine rösti. Bak er drie tegelijkertijd, ongeveer 3-4 min. per kant en gebruik elke keer circa 1 el olie. Je kunt het beste een vork in het groentemengsel steken en enkele keren ronddraaien, zodat er een toef groente om de vork zit (zoals je ook bij spaghetti doet) en dit mengsel in de pan laten glijden. Met dezelfde vork of houten lepel maak je er zoveel mogelijk een cirkel van, maar het blijven leuke grillige rösti.
Eet ze samen met een salade of als bijgerecht bij vis of vlees.
In Frankrijk kan ik óók in de zomer kleine selderijknollen kopen, gelukkig maar, want hier ben ik namelijk dol op.
Céleri rémoulade
Voor circa 350 g
- 300 g geschilde knolselderij
- 1-2 tl citroensap
- 2 el mayonaise
- 1 afgestreken tl mosterd
- zout, peper
Snijd de knolselderij in stukken, zodat ze in de Spirelli passen en snijd ze in lange, dunne slierten. Schep er direct een beetje citroensap door, zodat de slierten mooi blank blijven.
Maak een saus van de mayonaise, mosterd en zout en peper naar smaak en roer er de selderij door.
Ik eet dit graag bij de lunch met dat lekkere Vlaamsch Broodhuys-brood.
Variatie: roer nog 1 el kleine kappertjes en 1 el fijngesneden bladpeterselie door de céleri remoulade.
Eet smakelijk!